„Kernen in Neder-Betuwe verdeeld in kampen”
Jongeren in de gemeente Neder-Betuwe hekelen het groepsgedrag en -denken in hun woonkern, ondanks dat zij het leefklimaat als prettig ervaren.
Dat blijkt uit onderzoek dat de welzijnsorganisatie Mozaïek in opdracht van de werkgroep Jeugdbeleid van de gemeente heeft uitgevoerd onder ruim 200 jongeren.Jongeren in Opheusden benoemen kwekers, Molukkers en hangjongeren als aparte groepen. „Kwekers en buitenlanders krijgen alles voor elkaar”, merkt een van hen op.
Volgens het onderzoek spelen in Opheusden ook verschillen tussen kerkelijke en niet-kerkelijke jongeren. De ondervraagde jeugd brengt dit onder woorden met opmerkingen als: „Refo’s voelen zich beter dan ons.”
Een aantal jongeren in Opheusden is van mening dat de voorzieningen in deze kern te veel op de kerkelijke jeugd zijn gericht. „Opheusden heeft veel refojeugd en de gemeente doet niets voor ons.”
Ook de jeugd van Kesteren vindt de verhouding tussen bevolkingsgroepen „niet gelijkwaardig”, maar betrekt dat niet per se op de kerkelijke achtergrond. Een van de jongeren klaagt dat leerlingen van het reformatorische Van Lodensteincollege en de openbare scholengemeenschap Pantarijn onderling nogal eens ruziën.
Een probleem waarmee jongeren in beide kernen worstelen, is dat zij nogal eens verantwoordelijk worden gehouden voor vernieling en overlast, in hun ogen onterecht.
De onderzoekers noemen de onderzoeksuitkomsten over het algemeen „niet verrassend” gegeven het plattelandskarakter van Nederbetuwe. „De mensen zijn sterk op elkaar betrokken, de sociale controle en veiligheid is groot en de uitdagingen voor jongeren zijn gering.”
Het is de bedoeling dat de gemeente de onderzoeksresultaten bij het jeugdbeleid betrekt. Vragen die de onderzoekers meegeven, zijn onder meer: Wil de gemeente de scheiding tussen de groepen doorbreken? En staan de verschillende groepen hiervoor open?