Synode GKV spreekt over echtscheiding en zondagsrust
De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) heeft vrijdagmorgen in Zwolle een begin gemaakt met de besprekingen van enkele verzoeken om revisie en verduidelijking van eerdere synodeuitspraken over huwelijk en echtscheiding en vierde gebod en zondag.
De gereformeerd vrijgemaakte kerk van Groningen-Oost vroeg de synode uit te spreken dat nieuwe huwelijken na echtscheiding „in de regel” pas kerkelijk bevestigd zullen worden als de kerkenraad daarvoor expliciet toestemming heeft gegeven. Ook dient tijdens de voorlezing van het bevestigingsformulier „door passende toevoegingen” duidelijk uit te komen dat sprake is geweest van een eerder maar ontbonden huwelijk.De commissie Gelderland, die de ingekomen brieven heeft bestudeerd, stelt de synode voor het verzoek van Groningen-Oost enigszins aangepast over te nemen en uit te spreken dat hertrouwen na een scheiding „niet passend wordt geacht bij de stijl van het koninkrijk van Christus.” Wanneer een kerkenraad „om gegronde redenen” toch met een volgend huwelijk instemt, ziet hij toe op de kerkelijke bevestiging daarvan en, zo nodig, op een aan de omstandigheden aangepast gebruik van het huwelijksformulier.
De Bijbel legt alle nadruk op de levenslange duurzaamheid van het huwelijk, aldus de commissie. „En het past bij de stijl van het koninkrijk, zoals de Here Jezus ons die geleerd heeft, grote nadruk te leggen op het karakter van het gegeven jawoord. Een eenmaal gegeven belofte blijft gelden en blijft ook naklinken na een scheiding.”
De commissie stelt dat kerkenraden een eigen verantwoordelijkheid houden ten aanzien van de vraag of een tweede huwelijk na echtscheiding aanvaardbaar is en kerkelijk bevestigd kan worden.
Verschillende synodeleden zeiden blij te zijn dat het voorstel van Groningen-Oost en een (niet openbaar) rapport van de raad van advies huwelijk en echtscheiding, aandacht besteden aan de bevestiging van een tweede huwelijk.
Ds. G. Gunnink (Amersfoort-West) en ds. H. Hoksbergen (Spakenburg-Zuid) riepen op tot terughoudendheid in het nemen van nieuwe besluiten inzake huwelijk en echtscheiding. Ds. Gunning wees op de „kloof” tussen het beleid van de kerk en de praktijk. „Die is onvermijdelijk”, zei hij, „want de norm ligt hoog en de praktijk is weerbarstig. Laten we de kerken de tijd geven om met eerder genomen besluiten te werken, en dit over drie of zes jaar te evalueren.”
Het is nog niet bekend wanneer de synode verdergaat met de bespreking van de revisieverzoeken.
Zondag
Op de synodetafel lagen vrijdag ook enkele verzoeken om revisie en verduidelijking van eerdere synodeuitspraken over vierde gebod en zondag. Zo vroeg de gereformeerd vrijgemaakte kerk in Ten Boer de synode alsnog een algemene uitspraak te doen over de verhouding tussen het vierde gebod en de zondagsviering. J. P. Dwarshuis heeft bezwaar tegen het rapport ”Zondag, HEERlijke dag”, omdat daarin onvoldoende zou uitkomen dat de rustdag een scheppingsinstelling is.
De vorige generale synode, bijeen in Amersfoort, ging in 2005 akkoord met de handreiking ”Zondag, HEERlijke dag”. Daarin worden twee lijnen vastgehouden: enerzijds is in het verlengde van het vierde gebod te verdedigen dat het houden van de zondag een goddelijk gebod is, anderzijds blijft overeind dat in het Nieuwe Testament nergens de zondag als rustdag wordt aangemerkt, of met het vierde gebod verbonden wordt.
De commissie Holland-Zuid, die de revisieverzoeken heeft bestudeerd, stelde de synode voor de revisieverzoeken af te wijzen. Volgens ds. W. Tiekstra (Berkel en Rodenrijs) van de commissie brengen de indieners geen nieuwe argumenten naar voren en heeft de vorige synode het onderwerp afdoende behandeld.
Tijdens de bespreking gaven enkele synodeleden aan dat ze de gronden voor een eventuele afwijzing van de revisieverzoeken onvoldoende onderbouwd vinden. De commissie gaat hun opmerkingen verwerken in een nieuwe besluittekst, die de synode op een later tijdstip bespreekt.