„Refojongere onverschillig over grove taal”
ELBURG - Scholenwerkers hebben de indruk dat er juist op reformatorische scholen het meest wordt gevloekt.
Dat stelt scheidend directeur drs. Rijk van de Poll van de Bond tegen het vloeken vrijdag in een interview met deze krant. „Toen ik dat voor het eerst van hen hoorde, schrok ik ervan. Ik had dat niet verwacht, juist omdat we weten hoe streng leerkrachten en ouders uit de gereformeerde gezindte de regels hanteren.”Van de Poll noemt het verontrustend dat er een kloof lijkt te bestaan tussen de godsdienstige beleving van gezagsdragers en die van grote delen van de jeugd. „Het is verbazingwekkend hoeveel jongeren onverschillig staan tegenover grof taalgebruik.”
Niet alle reformatorische scholen onderschrijven zijn uitspraken. Dat blijkt uit een belronde langs een aantal reformatorische scholen. „Te kort door de bocht”, vindt R. Meijer van het Van Lodensteincollege in Amersfoort de opmerking over het vloeken. „Dat zou ik wel eens onderbouwd willen zien.” De verruwing van het taalgebruik baart hem wel zorgen. „We blijven ertegen waarschuwen. Ik vind het ook een plicht van ouders om hun kinderen te wijzen op het verkeerde aan woorden als muts of doos en erger.”
„Het taalgebruik is aan het verruwen”, geeft A. Visser, adjunct-directeur van het Wartburg College locatie Guido de Brès toe. „Maar dan gaat het over scheldwoorden. Ik zie geen aardverschuiving op het gebied van vloeken. Ik wil de stelling zelfs bestrijden. Er is een grote categorie jongeren die er wel degelijk rekening mee houdt wat vloeken inhoudt.”
D. Taanman, leerkracht in groep 8 van de Johannes Calvijnschool op Urk reageert heel beslist. „Ik heb op een openbare en een protestants christelijke school stage gelopen, maar daar is het getalsmatig veel erger. Alleen op reformatorische scholen verwacht je het niet, dus men reageert heftiger. Echt gevloek hoor ik nooit in mijn klas. En als het gebeurt, komen de kinderen meteen ontsteld naar me toe. Ruw taalgebruik komt vaker voor. Een paar keer per week, denk ik.”
De directie van de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen reageert minder afwijzend op de uitspraak van Van de Poll. Echter, de school zegt liever niet te reageren. „Daar is eerst overleg voor nodig.”
F. A. van Hartingsveldt van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn: „Ik heb het gevoel dat zowel de taalverruwing als het vloeken op onze school toeneemt. Helaas. Jongeren hebben hun eigen turbotaaltje en daar horen platte woorden blijkbaar bij. Bastaardvloeken glippen veel te makkelijk tussen neus en lippen door. Meer dan mij lief is, en meer dan in het verleden gebeurde. Ik zal een voorbeeld noemen: Ik kreeg onlangs een brief van een collega. In een biologieles had hij met zijn leerlingen koeienogen bewerkt. De bastaardvloeken waren niet van de lucht. Dat is afschuwelijk.”
Ouders zijn deels schuldig aan deze ontwikkeling, vindt Van Hartingsveldt. „Ze moeten hun kinderen beter toerusten. Jongeren zuigen het moderne levensgevoel op via kranten als Spits en Metro. Niets is meer vanzelfsprekend.” De meeste scholen gaan in gesprek met leerlingen zodra er grove woorden vallen. Het Van Lodensteincollege biedt daarnaast een lespakket aan van de Bond tegen het vloeken. De Jacobus Fruytier Scholengemeenschap wil de taalverruwing in lesprogramma’s opnemen. „In samenspraak met ouders en kerkenraad”, aldus Van Hartingsveldt. „We moeten onze kinderen actief toerusten.”