Veel leerlingen in de hoogste klassen hebben slechts een vaag idee van wie God is, blijkt uit onderzoek van godsdienstsociologe M. van Dijk-Groeneboer. Bijna de helft is het eens met de uitspraak dat er „iets bestaat wat we niet in woorden kunnen vatten.”Tijdens het symposium ”Godsdienst? Lekker belangrijk!” dat vrijdag in Utrecht werd gehouden presenteerde Van Dijk de resultaten van een onderzoek onder 2050 leerlingen van dertien rooms-katholieke middelbare scholen. Van Dijk, docente aan de Faculteit Katholieke Theologie (FKT), leidde het onderzoek. De faculteit is de enige door de bisschoppen erkende universitaire ambtsopleiding in Nederland.

Twee op de vijf scholieren noemt zich katholiek. Dat is iets minder dan het aantal leerlingen op de rk-scholen dat opgeeft „zonder kerk of religie” te zijn. Ruim 2 procent is moslim.

Voor slechts 3 procent van de leerlingen was de rooms-katholieke identiteit mede reden om voor de school te kiezen.

Ook uit het antwoord op de vraag wat de belangrijkste doelen van hun leven zijn blijkt de betrekkelijk geringe waarde die de scholieren aan kerk en geloof toekennen. Meer dan 90 procent vindt „vrij en onafhankelijk zijn” en een gelukkige relatie het belangrijkst. Het laagst scoren thema’s die met godsdienst te maken hebben, zoals „geloof hebben” (26 procent) en „leven begeleid door God” (13 procent).

Slechts 4 procent van de ondervraagde leerlingen op rooms-katholieke scholen leest vaak of regelmatig in de Bijbel en 7 procent is een zeer geregelde kerkganger. Een op de zeven ondervraagde scholieren bidt ’s avonds vaak of regelmatig, vooral als ze verdrietig of bang zijn, of als ze aan tafel gaan.

De rooms-katholieke scholen hechten aan de vrijheid om hun onderwijs zelf vorm te geven, zo werd donderdag beklemtoond tijdens het afscheid van J. Reulen als voorzitter van hun scholenorganisatie, Bond KBVO. Die vrijheid staat onder druk door toenemende overheidsbemoeienis, stelden de organisatoren van het afscheidssymposium ”Ruimte voor katholieke schoolculturen.”

De onderzoekers van de FKT sluiten niet uit dat scholieren vanuit hun vage godsbeeld „wellicht ineens onverwacht worden geraakt door geloof of religie.”