„Ik hunker naar het einde van de strijd”
Ds. E. Hoogendoorn uit Kampen werd in oktober 2006 afgezet als predikant van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). De kwestie Kampen-Noord staat binnenkort weer op de agenda van de generale synode van dit kerkverband. De predikant hunkert naar het einde van een jarenlange strijd. „Maar als de Heere die op je weg plaatst, moet je niet te vroeg naar rust verlangen.”
Hij staat niet graag op de voorgrond, zegt hij. Maar vanwege de aanstaande publicatie van ”Het Woord gaat voort… Hoe een kerkenraad in Kampen (weer) geschiedenis schrijft” van kerkhistoricus M. H. Ipenburg, is hij bereid tot een interview.„De kern van de zaak”, zegt ds. Hoogendoorn, „is dat het in de kwestie Kampen-Noord niet om een persoonlijk conflict gaat, maar om een principiële zaak, een koerskwestie. Een meerderheid van de kerkenraad van Kampen-Noord gaf op een gegeven moment geen ruimte meer voor het klassiek gereformeerd geluid van ons deel van de raad.”
Ze stonden voorjaar 2004 niet open voor een gesprek, aldus ds. Hoogendoorn. „Daar had de classis toe opgeroepen. Maar ze wilden niet, spraken van verstoorde verhoudingen. Ze hadden blijkbaar maar één doel: het poppetje -ik dus- moest weg. En als het niet goedschiks kon, dan maar kwaadschiks.”
De predikant en een deel van de kerkenraad lieten de gemeente in een verantwoording weten dat het in de kwestie niet om verstoorde verhoudingen ging, maar om botsende overtuigingen, bijvoorbeeld op het punt van de prediking, opzicht en tucht, jeugdbeleid, medewerking aan een jeugdkerk in Kampen, shoppen in andere kerken, en devaluatie van het ambt.
De classis Kampen besloot vervolgens in september 2004 dat de voltallige kerkenraad van Kampen-Noord moest terugtreden. Een aantal kerkenraadleden trad af; het andere deel van de kerkenraad met de predikant weigerde. Ds. Hoogendoorn: „Via een mailtje kregen we van de classiscommissie te horen dat ze hadden besloten dat wij met ingang van dat moment terugtraden. Toen hebben we koortsachtig moeten nadenken. Wat is wijs in zo’n situatie? We hebben toen besloten trouw op onze post te blijven.”
Was het vervolgens geen grote stap om zelf kerkdiensten te gaan beleggen?
„Zelf kerkdiensten beleggen? Als wettig aangebleven kerkenraad bleven we onze taak vervullen. Ook het voortzetten van de kerkdiensten. Maar we wilden geen kanselstrijd of handgemeen in het kerkgebouw, zoals tijdens de Doleantie in 1886 of de Vrijmaking in 1944. Daarom riep de kerkenraad de gemeente samen op een andere plaats.
Ik heb die week als bijzonder hectisch ervaren. Dinsdag kregen we te horen dat de classiscommissie ons had doen terugtreden; donderdag hebben we het principebesluit genomen om op een andere plaats diensten te gaan beleggen. Zaterdag zijn alle kerkleden op de hoogte gesteld. Zij stonden vervolgens voor de keuze naar welke kerk ze de volgende dag zouden gaan.
Die zondag, tijdens de eerste dienst in het gebouw van het Ichthus College, heb ik in de preek gezegd dat we deze stap met vrees en beven hebben gezet. De gemeente was al zo verstrooid en verscheurd.”
In maart 2006 werd u geschorst en in oktober van dat jaar afgezet. In het gemeenteblad Kerk-Info trok u destijds de vergelijking met de pauselijke banbrief die Luther kreeg.
„Ik heb dat toen zonder meer zo ervaren. Bij de overhandiging van het officiële besluit door twee broeders van de Eudokiaraad heb ik hun het volgende voorgehouden: „Broeders, ik zal met uw schriftelijk besluit niet doen wat Luther deed toen hij de pauselijke banbul kreeg toegestuurd: die in het vuur werpen. Als ik dit schriftelijk bewijs van uw besluit uit uw handen aanneem, moet u daaruit niet de conclusie trekken dat ik uw besluit inhoudelijk ook aanvaard.”
Het besluit had voor mij geen waarde omdat alleen mijn eigen kerkenraad bevoegd is zoiets te doen. De maatregel was dus een slag in de lucht; donquichotterie: blind voor de werkelijkheid.
De schorsing en later de afzetting overvielen me niet. Ik had die wel zien aankomen. Aan de andere kant betekenen deze besluiten wel een uitbanning voor de ogen van het kerkverband. Onbegrijpelijk dat ook collega’s die me kenden en waarmee je jaren samenwerkt tot zulke maatregelen in staat waren. Puur op basis van een leugen en lastercampagne van de andere kant. Maar ik heb nooit alleen gestaan, gelukkig niet. Ik heb goede contacten met verschillende collega’s, maar ook met mensen die inhoudelijk niet achter me staan.”
Uw gemeentelid prof. drs. J. P. Lettinga, oud-docent aan de Theologische Universiteit Kampen, noemde uw afzetting „karaktermoord” en „ambtsmoord.”
„Je bent mens, dus deze kwestie doet ook mij heel zeer. Door de particuliere synode in 2005 is mijn naam door de modder gehaald. Het kon eigenlijk niet erger. Maar ik zit niet in zak en as. Als je zelfmedelijden hebt of in een slachtofferrol kruipt, hou je het geen dag meer vol. Uiteindelijk is het niet onze zaak, maar Gods zaak. De Heere roept tot het ambt. En als Hij het zo leidt dat dit werk stopt, dien je dat uit Zijn hand te ontvangen. Je bent bij de Meester in dienst; Hij maakt de diensttijden uit. Ik ben dankbaar dat Hij mij in deze dienst wilde handhaven door mijn wettige kerkenraad.”
Voelt u zich nog wel thuis binnen de GKV?
„De belangrijkste vraag is of de Gereformeerde Kerken nog een thuis bieden aan hen die gereformeerd willen zijn. Wat dat betreft is de generale synode die nu in Zwolle vergadert cruciaal. Uit haar uitspraken zal blijken of er ruimte is voor een gereformeerd geluid binnen de kerken. En dan denk ik niet alleen aan een uitspraak over de kwestie Kampen-Noord, maar ook over de Theologische Universiteit en de opvattingen van dr. G. Harinck bijvoorbeeld, en de samensprekingen met de Nederlands Gereformeerde Kerken. Als de synode een gereformeerde koers kiest, ligt hier mijn roeping - ook al blijf je dan met reserves in de kerk staan.”
Waar ligt voor u de grens?
„De Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Eenheid bepalen het karakter van een gereformeerde kerk. Dát is haar fundament. Dan mag er binnen de kerk enige verscheidenheid zijn, maar geen zaken die met dat fundament in strijd zijn. We hebben een hele appelgang achter de rug en daarbij nooit vooraf een grens bepaald. Per moment vroegen we ons af: wat doen we nu? Ik ben benauwd voor uitgedachte strategieën.”
Heeft u ooit overwogen zich bij de Gereformeerde Kerken hersteld aan te sluiten?
„Nee, je moet uitgaan van de situatie waarin je staat. We hebben onze strijd en roeping hier in Kampen. Er zijn nog mogelijkheden, omdat de synode nog uitspraak moet doen over ons revisieverzoek. In tijden van nood moet je je blikrichting niet versmallen.”
Begrijpt u dat de hersteld gereformeerden niet langer deel van de GKV willen uitmaken?
„Ik kan mij hun nood in sommige situaties wel voorstellen, maar ze namen deze stap te snel en op een te smalle basis.”
Is de kwestie Kampen-Noord niet gewoon een plaatselijke kwestie?
„Vanaf het begin hebben we aangegeven dat het niet om een plaatselijke of karakterkwestie gaat, maar om een principiële koersstrijd. En in Kampen spelen echt geen andere zaken dan elders. Waarom het in Kampen dan wel tot een breuk kwam? Omdat wij met onze gereformeerde overtuiging niet langer door de toenmalige meerderheid werden getolereerd.”
De kantonrechter in Zwolle oordeelde in juli vorig jaar dat u de pastorie niet uit hoeft. Was dat een opluchting voor u?
„De kerkenraad van Ichthus is de wettige kerkenraad. Daaraan behoort dus in feite ook de pastorie. Maar ik moet zeggen dat de maanden voor de uitspraak niet plezierig waren, ook voor mijn vrouw en thuiswonende kinderen niet. Het is niet fijn als je als het ware continu het dak boven je hoofd ziet verdwijnen. Ook voor het gemeenteleven is het goed dat de rechter dit besluit heeft genomen. We houden hier in de pastorie kerkelijke vergaderingen en catechisaties.”
Moeten kerkelijke zaken wel voor de burgerlijke rechter worden uitgevochten?
„In de eerste plaats bij kerkelijke instanties, zoals 1 Korinthe 6 aangeeft. Maar als die het laten afweten, is de laatste mogelijkheid een beroep op de ’keizer’.”
De synode behandelt de kwestie Kampen-Noord op 14 juni. Wat verwacht u?
„Ik ben erg benieuwd naar wat de generale synode gaat doen. Voor ons gevoel kan ze er op geen enkele manier onderuit om aan het revisieverzoek te voldoen. De zaak spreekt voor zich. Aan de andere kant is het in het verleden vaak zo anders uitgepakt dat je best voor verrassingen kunt komen te staan.”
Als de synode het revisieverzoek van de Ichthusgemeente afwijst, wat gaat u dan doen?
„Dat is nog helemaal niet aan de orde. We hebben steeds gezegd dat we een besluit afwachten en dat dan gaan bestuderen. En op basis daarvan vraag je je als kerkenraad en gemeente vervolgens af: Wat vraagt de Heere van ons?”
Ipenburg verwacht dat als de synode het bezwaarschrift afwijst 10.000 tot 15.000 kerkleden en enkele predikanten uit de GKV zullen stappen. Deelt u zijn verwachting?
„Laten we oppassen voor een selffulfilling prophecy en het aan de Heere overlaten. Ook wat de eventuele gevolgen zouden kunnen zijn van een afwijzing van het revisieverzoek.”
Is het einde van de kwestie Kampen-Noord nu in zicht?
„Daar verlang ik al vanaf het allereerste moment naar. De eerste keer dat we met een bezwaarschrift naar de classis stapten, realiseerde ik me dat het een hele lange kwestie zou kunnen worden. Ik heb me wel eens afgevraagd of dat het waard zou zijn. Ja, het is het waard, want het gaat om de gereformeerde koers van onze kerken.
Tegelijkertijd hunker ik naar het gewone gemeentewerk, zonder tijd te moeten verliezen aan dit soort langdurige processen. We hebben de kwestie Kampen-Noord niet gezocht. Wel ervaren we dat de Heere rust en moed geeft in alle strijd hier op aarde.”