De familie Pataueg heeft geen geld om ziek te worden
”A new face of hunger” tekent zich wereldwijd af als gevolg van de sterk gestegen voedselprijzen. De typering is van Josette Sheeran, hoofd voedselprogramma van de VN. Ook in de Filippijnen -goed voor een jaarconsumptie van ruim 100 miljoen ton rijst- tobben vooral de armen heel wat af om aan hun dagelijkse portie voedsel te komen. Een van hen is de familie Pataueg uit Carmel Village, een krottenwijk bij de hoofdstad Manilla.
Het gezin telt negen leden. Vader Artemio (52), die werkloos is, zijn vrouw Belen (49), hun zoon Aron (24), die als verkoper in een winkelcentrum werkt en kostwinner van het gezin is. Dan is er nog zoon Adrian (23). Hij werkt als ambtenaar op het gemeentehuis. De 20-jarige dochter, Ariane, is getrouwd met de vier jaar oudere Ivan Llyod Rili, en samen hebben ze een baby van acht maanden, Aielle Rain. Ten slotte zijn er nog twee meisjes, Andrea (15) en Ana Angelica van 14.Het gezin woont in een van beton opgetrokken huisje van 4 bij 5 meter, waarin een betonnen vloer is gestort, en dat met een dak van zinken golfplaten is afgedekt. Wanneer het regent, moet je luid praten om elkaar te verstaan - zo’n lawaai maakt het dak dan. Schijnt de zon, dan is het binnen al snel bloedheet. De wanden van het huisje zijn van planken. De Patauegs hebben hun eigen water- en elektriciteitsvoorziening en ze hebben een eigen wc-tje even buiten de deur.
Het gezin moet rondkomen van een dagelijks inkomen van rond de 250 tot 300 peso (zo’n 4 euro). Vanwege de enorme verhoging van de prijzen voor het dagelijks voedsel en door de lage waarde van de Filippijnse munt worden arme Filippijnse gezinnen als de Patauegs keihard getroffen in hun bestaan. Voor de Patauegs zat er niets anders op dan sterk te bezuinigen op hun dagelijkse maaltijden.
Voordat er sprake was van stijgende voedselprijzen, kon het gezin zich vis of vlees permitteren, in combinatie met groente en rijst. Zelfs fruit en koekjes stonden af en toe op tafel. En tussen de maaltijden door maakten ze merienda, een soort snack. De rijst die ze dagelijks consumeerden kochten ze in de goedkope periode op de markt, voor 22 à 24 peso (zo’n 0,31 euro) per kilo.
Onder de huidige omstandigheden moeten ze kiezen tussen vis of groente. Allebei is simpelweg te duur. Soms kunnen ze het zich permitteren om naast groente wat gedroogde vis te eten, want dat is goedkoper dan verse vis. De rijst die ze nu eten, komt niet langer van de markt, maar is van de overheid afkomstig - om precies te zijn van de National Food Authority (NFA). Om deze goedkopere rijst -per kilo betaal je 17 peso (0,23 euro) en het dagelijks maximum is 5 kilo per gezin- te bemachtigen moet een van de Patauegs wel iedere dag in de rij gaan staan. Maar dat hebben ze er graag voor over, want goedkopere rijst is nergens anders te krijgen.
Vlees komt al lang niet meer op tafel sinds de prijs is gestegen tot 150 peso (2 euro) per kilo. En steeds vaker is de maaltijd beperkt tot rijst en gekookte groente. ”Fruit na” is een extraatje geworden dat ze zich nog maar af en toe kunnen veroorloven, bijvoorbeeld wanneer er wat extra geld is binnengekomen.
Vanwege de waardevermindering van de peso staat het gezin voor grotere uitgaven, terwijl ze juist minder eten kunnen kopen. Ondanks de voedselcrisis en het lage inkomen van kostwinner Aron heeft het gezin tot nu toe de verleiding kunnen weerstaan om geld te lenen. Daarmee voorkomen ze dat ze zichzelf nog zwaardere lasten opleggen, omdat ze het geld met rente zullen moeten terugbetalen. In plaats daarvan proberen de Patauegs hun schamele inkomen zo optimaal mogelijk te benutten en te gebruiken voor hun belangrijkste basisbehoeften - voedsel, water en elektriciteit. Geld opzijleggen om te sparen is onmogelijk, laat staan dat ze aan zoiets als financiële planning kunnen doen. Dat zou wel moeten, omdat ze nu geen idee hebben hoe ze kosten als gevolg van ziekte of een ongeluk zouden moeten betalen.
En daarom maakt één onderwerp steevast deel uit van hun dagelijks gebed tot God: dat ze gezond mogen blijven, en dat ongelukken hun bespaard worden. Hun twee jongste dochters, Andrea en Ana Angelica, worden gesponsord door de Nederlandse stichting Woord en Daad (via het Carmel V Child Care Center van AMG Philippines) en dat ervaren de ouders juist nu als een enorme verlichting van hun zorgtaak. De meisjes kunnen daardoor naar school blijven gaan en ze krijgen hun middageten in het dagverblijf.
Dit is het tweede verhaal in een serie over de gevolgen van stijgende voedselprijzen voor de armen in de wereld.