Helderheid in Puttense moordzaak blijft uit
Wie is de 33-jarige verdachte uit Delft die dinsdag werd gearresteerd voor de moord op Christel Ambrosius en in welke relatie staat hij tot het slachtoffer? Belangrijke vragen die vanochtend in elk geval nog in de lucht hingen na de bekendmaking gisteren van een doorbraak in het onderzoek naar de Puttense moordzaak.
Zondagmiddag 9 januari 1994. De 23-jarige stewardess Christel Ambrosius fietst vanuit haar ouderlijk huis in het centrum van Putten naar de woning van haar oma die aan de rand van het Veluwse dorp ligt. Christel treft een leeg huis aan, want haar grootmoeder is onverwacht bij een kennis op bezoek gegaan. Als Christels oma enkele uren later thuiskomt, vindt ze haar kleindochter dood in de woonkamer. Christel is verkracht, gewurgd en haar keel is doorgesneden. De belangrijkste sporen die de politie aantreft zijn een grote spermadruppel op het been van het slachtoffer en twee haren die niet van Christel zijn.Sleutel
Opmerkelijk is dat de sleutel van de achterdeur van het huisje na het misdrijf weer op de vertrouwde plek in de schuur hangt, terwijl de voordeur van binnenuit is vergrendeld en de achterdeur op slot zit. De dader is dus via de achterdeur naar buiten gegaan, heeft de boel op slot gedraaid en heeft vervolgens de sleutel teruggehangen in het schuurtje. Het raadsel van de sleutel is tot op de dag van vandaag niet opgelost.
Het ligt voor de hand om te concluderen dat de dader van de moord een bekende van Christel of haar oma moet zijn geweest. Iemand die weet waar zich de bergplaatsen bevinden waar een familie sleutels verstopt, moet op zijn minst een goede kennis van de familie zijn.
Ook de politie lijkt niet uit te sluiten dat de verdachte uit Delft, die destijds in Putten woonde, een bekende is van Christel. Een woordvoerder zei gisteren op de persconferentie dat er „nog” geen aanwijzingen zijn dat de dader en Christel elkaar kenden. Waarom dat woordje ”nog”? Het zou erop kunnen wijzen dat de recherche toch nog eens goed kijkt naar de relatie tussen dader en slachtoffer. Dat ligt echter niet voor de hand, omdat verwacht mag worden dat de politie de kennissen- en vriendenkring van Christel in de afgelopen jaren uitputtend heeft doorgelicht.
De tweede mogelijkheid is dat de verdachte zijn slachtoffer niet kende. Daarbij rijst direct de vraag hoe de dader dan kon weten dat de sleutel van de achterdeur altijd aan het haakje in de schuur hangt.
Een verklaring zou kunnen zijn dat hij Christel is gevolgd naar het huisje van haar oma en dat hij gezien heeft hoe de jonge Puttense de sleutel uit het schuurtje haalde.
Melktandje
Een andere mogelijkheid is dat de dader bij de moord hulp heeft gekregen van iemand van buitenaf. Van een goede bekende van Christel bijvoorbeeld. Belangrijk in dit verband is de vondst van een melktandje op de plaats van het misdrijf. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) stelde vast het DNA van het melktandje toebehoort aan de jongere broer Bas van het slachtoffer die ten tijde van de moord ongeveer zo oud moet zijn geweest als de gisteren opgepakte verdachte. Van Bas is bovendien celmateriaal gevonden in de spijkerbroek die Christel droeg op de dag van de moord.
Het melktandje en het celmateriaal op de spijkerbroek zouden erop kunnen wijzen dat de broer van Christel op enige wijze bij de moord betrokken is geweest. Het ligt echter niet voor de hand dat een broer zijn eigen zus laat vermoorden in het huisje van hun oma. Bovendien kan het melktandje er al voor het tijdstip van de moord hebben gelegen. Het celmateriaal op de spijkerbroek van Christel kan er ook in een eerder stadium op zijn beland. Rechercheurs schermden de moeder van Christel en broer Bas -die tegenwoordig beiden in het huisje van de oma aan de Driewegenweg wonen- gisteren af van de pers.
Hoewel het dossier over de Puttense moordzaak -60.000 documenten, 250 mappen en 20 meter kastruimte- bijna afgesloten kan worden, staan politie en justitie voor de taak nog veel vragen te beantwoorden.