Wajongregeling leidt tot reuring
DEN HAAG - Na de slepende affaire omtrent versoepeling van het ontslagrecht botst de PvdA nu opnieuw met minister Donner van Sociale Zaken. Dossier: de Wajongregeling. Wat is er loos?
De Wajongregeling?De Wajongregeling is de uitkeringsregeling voor arbeidsongeschikte jongeren. Wie voor het 17e levensjaar of tijdens een studie voor meer dan 25 procent arbeidsongeschikt is geworden, ontvangt op dit moment een definitief recht op een uitkering oplopend tot 75 procent van het minimumloon. De Wajong is in het leven geroepen omdat jonggehandicapten zich, wegens het ontbreken van een arbeidsverleden, niet kunnen beroepen op WAO of WIA. Op dit moment hebben zo’n 170.000 jongeren een Wajonguitkering.
Is dat een probleem?
Dat bijna een op de tien jongeren inmiddels (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is verklaard, is op zichzelf al opvallend te noemen. Maar met name de groei van het aantal jonggehandicapten baart zorgen. In vijf jaar tijd is de instroom in de Wajong verdubbeld. Jaarlijks komen er ruim 15.000 jongeren bij: iedere 35 minuten één. Niets wijst op een afvlakking van die groei. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft becijferd dat, wanneer er niet wordt ingegrepen, het aantal Wajongers op termijn kan oplopen tot meer dan een half miljoen. De kosten zullen daarmee stijgen van 2 miljard naar 5 miljard euro. Vergelijkingen met het WAO-drama uit de jaren tachtig en negentig zijn al getrokken. Destijds steeg het aantal arbeidsongeschikten in relatief korte tijd van 200.000 naar zo’n 800.000 personen.
En dat wil Donner nu voorkomen?
Donner vreest dat het inkomensvangnet dat jonggehandicapten nu wordt geboden ook een net is waarin deze jongeren gevangen blijven. Maar liefst 98 procent van de instromers in de Wajong wordt volledig arbeidsongeschikt verklaard. De uitstroom uit de regeling is nihil. Wie eenmaal een Wajonguitkering heeft, houdt deze vaak de rest van zijn leven. De CDA-bewindsman wil de uitkeringsregeling voor nieuwe jonggehandicapten daarom aanpassen om meer jongeren aan het werk te helpen.
Kan dat?
Volgens Donner wel. Onderzoek door uitkeringsorganisatie UWV heeft uitgewezen dat slechts een op de vijf Wajongers absoluut niet kan werken. De grootste groep zou dus wel degelijk in staat zijn te werken en (al dan niet gedeeltelijk) een eigen inkomen te verdienen. Nu komt dat niet uit de verf: slechts een kwart van alle mensen in de Wajong werkt, de meerderheid in een sociale werkplaats. Slechts 9 procent werkt bij een reguliere werkgever.
Hoe luidt Donners voorstel?
Als het aan Donner ligt, worden jongeren die niet volledig worden afgekeurd vanaf 2010 ertoe verplicht een baan te accepteren. Het geld dat ze verdienen, vult de overheid aan tot maximaal 70 procent van het minimumloon, in plaats van 75 procent nu. Ook wil Donner jongeren niet langer op hun 18e definitief laten keuren, maar een tweede keuring uitvoeren als ze 27 zijn. Voor jongeren die vanwege hun beperking niet in staat worden geacht te werken, blijft de huidige regeling intact.
En de PvdA vindt dat dus niets?
De PvdA vindt Donners voorstel „onbespreekbaar”, „onacceptabel” en „in strijd met het regeerakkoord.” De sociaaldemocraten zijn er vooral op tegen dat de uitkering van Wajongers wordt verlaagd. De partij bepleit vooral positieve maatregelen om jonggehandicapten aan de slag te krijgen, zoals het stimuleren van scholing.
Hoe reageren maatschappelijke organisaties?
Wisselend. Iedereen is het erover eens dat meer Wajongers aan een baan moeten worden geholpen, maar daar zit nu juist het probleem. Werkgevers zijn nu vaak huiverig om ”jongeren met een vlekje” in dienst te nemen. Ondanks een waaier aan stimuleringsregelingen, zoals no-riskpolissen, subsidies voor aanpassingen op de werkplek, premiekortingen, proefplaatsing en loondispensatie. Dat probleem wordt niet opgelost door een lagere uitkering.