Slachtoffer medische fout voert oneerlijke strijd
Ruim twee op de vijf slachtoffers van een mogelijke medische fout is na drie jaar nog steeds in een letselschadezaak verwikkeld. Dat blijkt uit onderzoek dat Stichting De Ombudsman maandag heeft gepresenteerd.
Patiënten kunnen na een medische fout een lange en slopende strijd om erkenning en een schadevergoeding tegemoetzien. Zij staan voor de vrijwel onmogelijke taak te bewijzen dat er een fout is gemaakt. De oneerlijkheid van de strijd komt vooral doordat de patiënt bewijs van een fout moet leveren. De aangeklaagde hulpverlener heeft echter het bewijsmateriaal onder zijn hoede.Als de hulpverlener de fout erkent, komt het voor dat diens verzekeraar de aansprakelijkheid betwist en de schadeclaim afwijst. De procedure die dan volgt, kan erg lang duren.
De stichting baseert haar conclusies op de uitkomsten van een uitgebreide enquête onder 658 slachtoffers van medische missers. Daarnaast heeft zij veertig dossiers diepgaand onderzocht. De stichting heeft haar bevindingen tijdens een zogeheten expertmeeting voorgelegd aan vooraanstaande artsen, advocaten en verzekeraars.
Uit het onderzoek blijkt ook dat hulpverleners hun patiënten onvoldoende voorlichten, zowel voor als tijdens en na de behandeling, zeker als het een fout of complicatie betreft. Als de arts in een nagesprek de fout erkent, kan de patiënt dat later niet aantonen, omdat er niets op papier staat. De stichting pleit voor regels om het nagesprek schriftelijk vast te leggen. Ook moeten er vereisten voor een medisch dossier komen. Die blijken nu vaak onvolledig en soms zelfs gedeeltelijk onvindbaar of onleesbaar. Ook is er meer openheid en betere communicatie met de patiënt geboden.
Stichting De Ombudsman roept zorgverzekaars op zich naast de slachtoffers te scharen, want zij hebben de deskundigheid en hetzelfde belang als de slachtoffers om fouten aan het licht te brengen.