Buitenland

Overgeleverd aan moslims

Christenen vormen in Irak een bedreigde minderheid. Van de Yezidi’s, een andere kleine gemeenschap in het Tweestromenland, wordt bijna niets vernomen, maar hun voortbestaan is zo mogelijk nog ongewisser dan dat van de christenen.

16 May 2008 20:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:51
De geestelijk leider van de Yezidi’s, Baba Sheikh (l.), nuttigt met enkele geloofsgenoten de maaltijd. Foto: Anton Dommerholt
De geestelijk leider van de Yezidi’s, Baba Sheikh (l.), nuttigt met enkele geloofsgenoten de maaltijd. Foto: Anton Dommerholt

Miryam Baba Sheikh reageert onmiddellijk positief als ze wordt benaderd voor een interview. Zij zit namens de Yezidi’s in het parlement van Noord-Irak en lijkt de aangewezen persoon om meer te vertellen over de positie van de Yezidi’s en hun achtergrond. „We halen u wel op bij het hotel.”Een kwartier later stopt er een grote japanner voor het hotel in het centrum van Erbil. Twee jongemannen stappen uit en houden uitnodigend het portier open. Op de achterbank ligt een machinegeweer: „Oh, geef maar hier”, zegt de jongeman naast de chauffeur. Hij neemt het vuurwapen over en zet het rechtop tussen zijn benen. De loop steekt vervaarlijk naar achteren.

De rit voert naar een van de buitenwijken van Erbil. Na tien minuten tot een kwartier stopt de auto voor de deur van een vrijstaand hoog huis dat staat ingeklemd tussen andere hoge woningen. „Welkom”, zegt Miryam Baba Sheik. Ze loopt naar de woonkamer, waar haar man zit. „Aangenaam”, zegt haar echtgenoot. „Mijn man is jurist”, vult de Yezidivrouw aan.

Miryam heeft een vriendelijke uitstraling. In het Duits kan ze zich redelijk goed verstaanbaar maken. „Ik heb negen jaar in Duitsland gewoond, tot 2004. Yezidi’s benaderden me toen en vroegen of ik in het parlement van Noord-Irak zitting wilde nemen. Ik ben van origine geen politica maar wilde mijn volk ook niet in de steek laten.”

Modeldorpen
Dus ging ze terug naar haar geboorteland om haar volk te helpen. Hulp is dringend nodig want de Yezidi’s hebben het moeilijk, blijkt uit het relaas van Miryam. De geschiedenis van de godsdienstige minderheid is een aaneenrijging van discriminatie, verdrijving en vervolging. Naar schatting telt Irak nog een half miljoen Yezidi’s.

„Traditioneel zijn wij akkerbouwers”, vertelt Miryam, „die soms ook vee hielden. Dat werd ons, vooral nadat Saddam in 1968 aan de macht kwam, moeilijk gemaakt. We moesten naar modeldorpen buiten ons traditionele woongebied verhuizen.”

In de modeldorpen verslechterde de economische situatie van de Yezidi’s sterk. Ze kwamen in streken terecht waar de grond al in het bezit was van Arabieren. De medische voorzieningen waren gebrekkig. Hun doden mochten ze niet meer begraven op de oude begraafplaatsen. „Dat werd ons verboden door de Arabieren die onze oude dorpen bewoonden”, aldus Miryam.

Om de geestelijke leiders hun macht te ontnemen, stelde Saddam comités in die zich over de problemen van de Yezidi’s moesten buigen. „Voor de buitenwereld leek het prachtig, maar onze geestelijke voormannen stonden hierdoor wel buitenspel”, legt de Yezidivrouw uit.

Na het instellen van de no-flyzone, begin jaren negentig in Noord-Irak, was het vestigingsgebied van de Yezidi’s in feite in tweeën gedeeld. Ruim driekwart van hun woongebied werd vanuit Bagdad bestuurd. Het andere deel lag in het Koerdische deel van Irak. Na de val van Saddam werd de grens tussen beide gebiedsdelen weliswaar opgeheven, maar het gebied ten zuiden van de grenslijn bleef onder bestuur van Bagdad. Door middel van een volksraadpleging mogen de Yezidi’s zelf beslissen tot welk gebied ze willen behoren. Waarschijnlijk zullen ze kiezen voor aansluiting bij het door Koerden bestuurde Noord-Irak.

Islamiseren
Over de vraag of het zonder Saddam beter gaat met de Yezidi’s hoeft Miryam niet lang na te denken. „We hebben het nu beter, maar goed hebben we het niet. Vooral in de regio Sinjar moeten we het regelmatig ontgelden.” Miryams gezicht betrekt. „Vorig jaar vielen bij een aanslag door extremistische moslims niet minder dan 400 doden. En het gaat maar door. In dat gebied is geen gezag. Niemand beschermt ons.”

Sinjar, de streek tussen de Syrische grens en de stad Mosul, is een van de meest onveilige regio’s in Irak. Wie er niets te zoeken heeft, gaat er niet heen. Maar ook in het Koerdische deel zijn de Yezidi’s niet tevreden met hun bestaan. Ze verwijten de Koerden met twee maten te meten. Recent deden in Sheikhan, waar Baba Sheikh, de geestelijke leidsman van de Yezidi’s, zetelt, geruchten de ronde dat een Koerdisch-soennitisch meisje een relatie had met een Yezidi-jongen. Uit wraak, omdat de eer van de vrouw zou zijn geschonden, staken de Koerden in het stadje winkels en auto’s van Yezidi’s in brand. Uiteindelijk moest premier Barzani eraan te pas komen om de vrede te herstellen.

Toch gaan de aanvallen van Koerden op de Yezidi’s door. Miryam: „Het geeft ons het gevoel dat we aan de moslims zijn overgeleverd.” De Yezidi-afgevaardigde vertelt van landaankopen door Koerden. „Ze willen ons gebied niet alleen koloniseren, maar ook islamiseren.”

Het blijkt dat Yezidivrouwen vaak worden aangerand of ontvoerd. „Voor arme moslims die geen bruidsschat kunnen betalen, is ontvoering een goedkope oplossing. Bovendien worden ze voor hun ’heldendaad’ beloond. Als een moslim een Yezidimeisje aanrandt, kan hij ervan uitgaan dat de jonge vrouw niets zal vertellen. Zouden haar ouders te horen krijgen over de aanranding, dan verstoten ze haar.”

Zorgen
„Wilt u Baba Sheikh ontmoeten?” vraagt Miryam plotseling. Over die vraag hoeft niet lang te worden nagedacht. „Dan moeten we nu meteen gaan, want dan kunnen we voor donker terug zijn.”

Een rit van anderhalf uur over tweebaanswegen voert naar Sheikhan, waar Baba Sheikh zetelt. „Dat is onze paus”, legt Miryam uit. De zetel van de geestelijk leidsman van de Yezidigemeenschap is niet meer dan een ruim woonhuis, waar de maaltijd gereedstaat. Baba Sheikh, gehuld in witte kleren, verhaalt ook van Koerden die „ons land nemen en daar huizen op bouwen. Er is geen wet die ons beschermt.”

De geestelijk leider voelt „dagelijks de zorgen” van zijn volk. „Maar wat kan ik doen?” vraagt hij hardop. „Onze hoop is gevestigd op het buitenland, op de internationale gemeenschap. Alleen staan wij machteloos en zonder hulp is het met ons gedaan.”

Een Yezidi die anoniem wenst te blijven zegt dat de angst onder zijn volk groot is. „Als de Yezidi’s samenwonen met de christenen is er niets aan de hand, maar als er moslims bijkomen is het gebeurd met de vrede. Overleven wordt hier voor ons heel moeilijk.”

Een slang die geluk brengt

„Wij zijn geen duivelaanbidders”, reageert Miryam Baba Sheikh heftig. Op de opmerking dat de Yezidi’s toch zo worden genoemd, antwoordt ze: „Dat komt door de Osmanen in de 19e eeuw. Die hebben ons die scheldnaam gegeven, maar het slaat nergens op.”

Wie voor een Yezidihuis staat, fronst als christen toch zijn wenkbrauwen. Want naast de deurpost staat een slang afgebeeld. De slang is toch de duivel? Miryam: „Toen Noach in de ark stapte, bleek op een gegeven moment dat de boot lek was. Een slang heeft toen met zijn lijf het gat gedicht. Sindsdien zien wij de slang als een dier dat geluk brengt en schildert een Yezidi een slang naast zijn voordeur.”

Etnisch gezien zijn de Yezidi’s Koerden. Zo komt de naam Yezidi van het Koerdische woord Yezdan, god. Over de oorsprong van de Yezidireligie is de wetenschap het niet eens. Het is duidelijk dat de godsdienst heidense, joodse, christelijke en islamitische elementen bevat. De Yezidi’s geloven in een almachtige god die de wereld schiep. Onder hem staan de zeven engelen en de Yezidiheiligen. De belangrijkste engel is Tawuse Melek, die vaak wordt afgebeeld als een pauw. Yezidi’s geloven in een leven na de dood.

Over Jezus zegt een Yezidisch gedicht: „Jezus is een goede profeet. Hij had geen vader, maar wel een moeder. Zonder twijfel is hij uit het licht van god ontsprongen.”

Bekeringsijver kennen de Yezidi’s niet. Iemand wordt als Yezidi geboren en het is voor buitenstaanders onmogelijk zich tot het Yezidigeloof te bekeren. Yezidi’s trouwen alleen met mensen uit de eigen gemeenschap. Verlaat iemand het geloof, dan wordt hij of zij uit de geloofsgemeenschap gestoten.

De Yezidi’s staan niet vijandig tegenover andere godsdiensten. Zij laten mensen met een andere godsdienst met rust, maar willen ook het omgekeerde. Niemand heeft in feite last van hen. Met de christenen staan ze op goede voet. Tijdens de volkerenmoord op de Armeniërs in 1915 hebben Yezidi’s veel Armeniërs in hun huizen opgenomen en daarmee duizenden van hen het leven gered.

De Yezidi’s worden door de islamieten niet als volk van het boek erkend en daardoor krijgen ze geen bescherming. De moslims zien hen eerder als afvallige geloofsgenoten, als ketters. Aangezien het verlaten van de islam gelijkstaat aan een misdaad, worden de Yezidi’s voortdurend vervolgd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer