Kerk & religie

Synode GKV wijst bezwaren tegen dr. Harinck af

De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) heeft vrijdag in Zwolle alle bezwaren met betrekking tot uitlatingen van prof. dr. G. Harinck afgewezen.

Kerkredactie
16 May 2008 16:33Gewijzigd op 28 March 2023 16:20
Prof. dr. G. Harinck. Foto RD, Henk Visscher
Prof. dr. G. Harinck. Foto RD, Henk Visscher

De synode behandelde twee brieven van kerkleden die kritiek hebben op de opvattingen van dr. Harinck, bijzonder hoogleraar aan de Theologische Universiteit van de GKV in Kampen. In een interview met het Nederlands Dagblad in januari gaf dr. Harinck onder andere aan „niet negatief” tegenover homoseksuele relaties te staan. Verder zei hij „geen moeite” te hebben met de vrouw in het ambt en „grote sympathie” voor de Rooms-Katholieke Kerk te hebben.Zijn uitspraken leidden in gereformeerd-vrijgemaakte kring tot de nodige onrust. Daarom publiceerde dr. Harinck, samen met het college van bestuur, deputaten archief en documentatie, het college van toezicht voor de bijzondere leerstoel en de rector van de Kamper universiteit, een verklaring waarin hij zegt zijn „onzorgvuldige formuleringen” te betreuren en dat „gebrek aan oog voor de kerkelijke context” hebben geleid tot „misverstanden omtrent zijn opvattingen.”

De synode staat achter de verklaring die stelt dat dr. Harinck in het interview geen kerkelijk actieprogramma ontwikkelde maar over zijn persoonlijke geloofsbeleving sprak - „waardoor gereformeerde overtuigingen helaas in diskrediet konden worden gebracht.” De verklaring biedt volgens de synode voldoende basis om dr. Harinck en de Theologische Universiteit het door hen gevraagde vertrouwen te schenken, „nu zij gezamenlijk hernieuwde verbondenheid aan Schrift en confessie hebben uitgesproken.”

Die laatste woorden vindt ouderling P. H. de Boer uit Zuidlaren nogal „onplezierig””, zei hij tijdens de voorafgaande bespreking. „Moet dr. Harinck niets terugnemen van wat hij in het publiek heeft gezegd?”

Ook ds. G. Zomer (Den Bosch) is er niet gerust op dat de verklaring alle kou uit de lucht neemt. „Als iemand als dr. M. J. Arntzen in deze kwestie zegt dat hij zich niet laat bedotten, dan geeft me dat te denken.”

Het verloop van de kwestie-Harinck verdient geen schoonheidsprijs, zegt ouderling J. F. Walinga uit Zoetermeer. „Maar laten we het niet meer hebben over dat interview; het gaat nu om de verklaring. Duidelijk is dat de uitspraken binnen de bandbreedte van de gereformeerde belijdenis staan.”

Na afloop van de stemming sprak synodepreses ds. A. de Snoo (Leiden) van een „verdrietige materie”. „Ik hoop van harte dat de genomen besluiten ten goede van de kerk zullen komen en dat er geen vervreemding ontstaat. Dat de Heere onze harten wil openen, voor de waarheid van de Schriften en voor elkaar. Het „zo zegt de Heere” moet in de kerken centraal blijven staan.”

Genesis
De kerkleden A. Capellen en G. de Ruiter vroegen de synode in te stemmen met hun bezwaren tegen de opvattingen van prof. dr. J. Douma, gepubliceerd in het boek ”Genesis” en in twee artikelen in het Nederlands Dagblad. Volgens hen laat dr. Douma de opvatting dat de wereld in zes dagen is geschapen los door Genesis 1 op te vatten als een geloofsgetuigenis.

S. T. Bolt uit Assen verzocht de synode uit te spreken dat de opvatting dat Genesis 1 niet historisch is, in strijd is met artikel 4 en 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Ds. P. H. van der Laan (Meppel), ds. J. W. van der Jagt (Dalfsen), ds. G. Zomer (Den Bosch) en ouderling J. E. Greving (Leeuwarden) gaven aan dat de synodeleden op dit punt niet tot een goed oordeel kunnen komen omdat ze niet alle documentatie hebben ontvangen. De commissie Utrecht, die de bezwaarschriften heeft bestudeerd, erkende te hebben onderschat dat daar behoefte aan zou zijn. De synode besloot daarop op een later tijdstip het bezwaarschrift van Capellen en De Ruiter te zullen behandelen; dat van Bolt werd afgewezen.

Bezwaar
De synodeleden bogen zich verder over een andere brief van Capellen (Rotterdam), die kritiek heeft op de bepaling dat kerkleden tot uiterlijk één jaar na een publicatie een bezwaarschrift kunnen indienen. Volgens hem mag een gereformeerde kerk nooit in een dwaling berusten. Capellen heeft grote bezwaren tegen de bijdrage van de Kamper docent dr. A. L. Th. de Bruijne aan de bundel ”Woord op schrift. Theologische reflecties over het gezag van de Bijbel” uit 2002.

De synode stelde dat een termijn van één jaar voldoende is om een eventuele dwaling te onderkennen en wees het verzoek van Capellen op „formele gronden” af. Hij had bezwaar moeten maken bij de eerstvolgende synode na het verschijnen van de bundel, die van Amersfoort-Centrum in 2005. Een appelschrift van enkele kerkleden tegen besluiten van het curatorium van de Theologische Universiteit inzake de publicaties van dr. De Bruijne, werd om dezelfde reden niet ontvankelijk verklaard.

Tijdens de bespreking van de bezwaarschriften zei ouderling Walinga „altijd een beetje een naar gevoel” te hebben als de synode een revisieverzoek op formele gronden afwijst. „Er is stevige kritiek geuit op een docent van onze theologische universiteit. Daarvan blijft toch altijd wat in de kerken hangen”, aldus de predikant. Hij vroeg de synode haar vertrouwen uit te spreken in de universiteit en in de Kamper docenten.

Synodevoorzitter ds. De Snoo stelde -als afgevaardigde- voor de kerken te dienen met een „inhoudelijke” verklaring of brochure. Daarin zou moeten staan „hoe we de Heilige Schrift lezen.”

Universiteit
De synode neemt vrijdagavond afscheid van mw. drs. J. J. Oosterhuis-den Otter als universitair docent voor onderwijs en onderzoek in nieuwtestamentisch Grieks, hellenistisch en oudchristelijk Grieks en oudchristelijk Latijn aan de Theologische Universiteit Kampen. Haar opvolger, dr. E. A. de Boer uit Zeist, werd vervolgens geïnstalleerd als docent.

Meer over
Synode GKV

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer