„Meer alertheid nodig bij mishandeling kind”
Psychiaters en andere hulpverleners zouden alerter kunnen zijn op mishandeling van kinderen.
Psychiaters met vermoedens van kindermishandeling hebben vaak veel meer mogelijkheden om alarm te slaan dan ze zelf denken.Dat heeft de Inspectie voor de Jeugdzorg dinsdag geconcludeerd bij de presentatie van het jaarverslag over 2007.
Volgens de inspectie komt het vooral in de geestelijke gezondheidszorg regelmatig voor dat psychiaters en andere hulpverleners bij de behandeling van ouders merken dat er ook problemen zijn met hun kinderen. Vaak doen ze niets met die signalen, stelt de inspectie.
De inspectie wil dat de vermoedens van kindermishandeling worden doorgegeven aan bijvoorbeeld het Bureau Jeugdzorg. Dat zou kunnen onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van mishandeling dan wel verwaarlozing. Als dat zo blijkt te zijn, kunnen hulpverleners maatregelen nemen. Niet alleen psychiaters maar alle hulpverleners die dicht bij gezinnen staan, zoals wijkagenten en onderwijzers, moeten volgens de inspectie actie ondernemen als ze denken dat er iets mis is in het gezin.
De inspectie verwijst naar Gelderland, waar de verschillende instanties, waaronder de ggz, duidelijke afspraken hebben gemaakt over de uitwisseling van informatie bij vermoedens van kindermishandeling.
Volgens een woordvoerster van de inspectie zijn veel artsen en hulpverleners ten onrechte bang dat ze het vertrouwen van de ouders schenden als ze informatie over hun gezinssituatie doorgeven aan anderen. Diverse deskundigen hebben eerder al aangegeven dat een interne strijd tussen de verschillende organisaties onderling oorzaak is van de gebrekkige uitwisseling van gegevens.