Opinie

„Opsporing en vervolging scheiden”

Fietsendiefstal, winkeldiefstal en andere kleine vergrijpen moeten niet door de rechter worden bestraft, maar direct door de politie met een proces-verbaal worden afgedaan. Dat stelde korpschef P. van Zunderd van het korps Midden- en West-Brabant vorige week voor. Met zijn plan wil hij de werkdruk bij de rechterlijke macht en het openbaar ministerie bestrijden. Mr. J. M. W. Lindeman

17 October 2002 07:28Gewijzigd op 13 November 2020 23:52
„Korpschef Van Zunderd wil de mogelijkheden voor de politie zo sterk uitbreiden, dat de politie kleine vergrijpen definitief kan afdoen. Daarmee dreigen opsporing en vervolging in één hand te komen, en komt het evenwicht tussen rechtsprekende, wetgevend
„Korpschef Van Zunderd wil de mogelijkheden voor de politie zo sterk uitbreiden, dat de politie kleine vergrijpen definitief kan afdoen. Daarmee dreigen opsporing en vervolging in één hand te komen, en komt het evenwicht tussen rechtsprekende, wetgevend

plaatst enkele vraagtekens. Het plan van Van Zunderd om de mogelijkheden voor de politie om aan ”first offenders” een sanctie op te leggen uit te breiden, is minder efficiënt dan het lijkt. Bovendien valt er vanuit rechtstatelijk oogpunt het een en ander op aan te merken.

Het afdoen van strafzaken buiten de rechter is niet nieuw. Het OM beschikt vanouds over het vervolgingsmonopolie en heeft op grond van het opportuniteitsbeginsel de vrijheid om te bepalen welke feiten wel en welke feiten niet vervolgd worden. Als de officier van justitie een zaak niet wil vervolgen, betekent dat echter niet dat er helemaal geen reactie op het gepleegde feit volgt. Hij kan, in plaats van een strafzaak aan de rechter voor te leggen, ook een zogeheten transactievoorstel doen.

Zo kan aan een verdachte worden voorgesteld om, ter voorkoming van vervolging voor de rechter, een bepaalde tegenprestatie te leveren. Het gaat om een soort overeenkomst: als de verdachte de prestatie levert, zal hij niet vervolgd worden. Deze gang van zaken heeft voordelen: de zaak is snel afgedaan; de verdachte weet waar hij aan toe is en er vindt geen vervolging plaats. Gaat de verdachte niet in op het transactievoorstel, of komt hij de overeengekomen prestatie niet na, dan zal hij vervolgd worden en wordt zijn zaak voor de rechter gebracht. Ook als het delict zo ernstig is dat een transactie niet meer gewenst is, zal er vervolging van de verdachte plaatsvinden.

Evenwicht
Dit vervolgingsmonopolie is omkleed met rechtswaarborgen. Met de totstandkoming van de overeenkomst gaat het recht van het OM om de zaak voor de rechter te brengen verloren. Het hele proces staat bovendien onder -interne en externe- controle, doordat zowel het justitiële apparaat als het strafproces hiërarchisch is opgebouwd. De opsporing geschiedt door de politie, onder verantwoordelijkheid van het OM. Het OM controleert de opsporing en gaat eventueel over tot vervolging. Die hele gang van zaken wordt weer gecontroleerd door de rechter.

De trias politica is herkenbaar: rechtsprekende, wetgevende en uitvoerende macht zijn gescheiden. Door middel van het systeem van ”checks and balances” houden de machten toezicht op elkaar, zodat van eventuele machtsconcentratie of -misbruik geen sprake kan zijn.

Tegenprestatie
Naast het OM beschikt naar geldend recht ook de politie over de zogeheten transactiebevoegdheid. Die bevoegdheden zijn -in het licht van de checks and balances- strikt afgebakend. De politie mag, formeel onder gezag van het OM, bij een beperkt aantal, in de wet genoemde overtredingen en misdrijven, zelfstandig een transactievoorstel doen. Dat voorstel mag alleen door daartoe speciaal aangewezen opsporingsambtenaren worden gedaan. De tegenprestatie kan slechts bestaan uit het betalen van een geldsom (tot maximaal 350 euro). Alle andere strafzaken moeten door de politie aan de officier van justitie worden voorgelegd, die een veel ruimere transactiebevoegdheid heeft en ook nog andere tegenprestaties mag verlangen (onder meer het verrichten van onbetaalde arbeid, het volgen van een leerproject en het betalen van schadevergoeding).

De officier van justitie mag de bevoegdheden ten aanzien van het ”transigeren” en het instellen van vervolging overdragen aan medewerkers van zijn parket, maar de eindverantwoordelijkheid blijft bij hém liggen. Het besluit om uiteindelijk tot vervólging over te gaan wordt altijd door het OM genomen, niet door de politie. Dit alles past dus goed in het systeem van checks and balances: de politie spoort op, waarna het OM beslist of er getransigeerd dan wel vervolgd gaat worden. Bij deze besluitvorming is het OM ook nog gebonden aan algemene beginselen van behoorlijk strafprocesrecht.

Verstoring systeem
Van Zunderd wil de mogelijkheden van de politietransactie zo sterk uitbreiden, dat de politie de zaak definitief kan afdoen. Daarmee dreigen opsporing en vervolging in één hand te komen. En ontstaat het gevaar dat het systeem van checks and balances niet meer kan functioneren.

De politie kan gemakkelijker door de politiek worden beïnvloed dan het OM, dat formeel tot de rechterlijke macht behoort en slechts beperkt ondergeschikt is aan de minister van justitie. Als het handelen van de politie onvoldoende door het OM getoetst wordt, ontstaat het risico van een eenzijdig vervolgingsbeleid. De drastische uitbreiding van de politietransactie die Van Zunderd nu voor ogen heeft, staat dus op gespannen voet met de klassieke leer van de ”trias politica”. Daarnaast blijft er niet veel meer over van het opportuniteitsbeginsel van het OM, als een groot deel van de zaken zonder adequaat toezicht al bij de politie afgehamerd wordt.

Overigens is al vaak geprobeerd om, uit efficiencyoverwegingen, de politie beslissingen omtrent de vervolging te laten nemen. De Hoge Raad heeft naar aanleiding daarvan uitgemaakt dat een vervolgingsbeslissing niet tot een administratieve handeling mag worden gereduceerd en/of tot een formele toetsing mag worden beperkt. Het uit handen geven (bijvoorbeeld aan de politie) van de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid wordt als een brug te ver gezien. Opsporing en vervolging dienen gescheiden te blijven.

Toetsing
Dan is er nog een aantal praktische bezwaren tegen het voorstel van Van Zunderd. Het OM beschikt over een groot scala aan mogelijkheden om een zaak „af te doen”, waaronder de betaling van een geldsom, het verrichten van onbetaalde arbeid, het volgen van een leerproject en het betalen van schadevergoeding. Zeker ten aanzien van ”first offenders” is een sanctie op maat van groot belang. De politietransactie is beperkt tot de geldboete. Ik acht het ondenkbaar dat de politie, zonder toets door het OM, over andere, meer ingrijpende ’afdoeningsmodaliteiten’ zou mogen beschikken.

Van Zunderd voert als belangrijkste argument aan dat de rechters door zijn voorstel ontlast zullen worden. Dit argument gaat maar zeer ten dele op. Ten eerste kan de politietransactie ook nu al worden aangeboden in het geval van winkeldiefstal (mits de gestolen waar niet meer waard is dan 120 euro). Een blik op de OM-richtlijnen leert dat ook de overige beoogde delicten vaak door middel van een transactie door het OM zullen worden afgedaan (als de politie er al in slaagt een verdachte aan te wijzen). De rechter zal deze verdachten dus toch al niet zien.

Stuivertje wisselen
Toegegeven, het OM zal van het voorstel profiteren, maar dan zijn we wel een beetje stuivertje aan het wisselen: de politie krijgt er immers werk bij. De beoordeling aan de hand van de richtlijnen moet toch plaatsvinden en zal ook getoetst moeten worden. Hieraan is de politie net zo veel tijd kwijt als het OM nu. Bovendien wordt nu ook al heel efficiënt gewerkt, zeker in de zogenaamde Justitie in de Buurt-kantoren, waar een nauwe en snelle samenwerking tussen politie en OM het mogelijk maakt dat een verdachte dezelfde dag nog met een transactievoorstel naar huis gaat.

Ook de slachtoffers zullen met lede ogen toezien hoe daders er bij de politie met een boete van af komen. Bij het OM kunnen slachtoffers nog rekenen op eventuele bemiddeling ten aanzien van de te verhalen schade. Dit kan resulteren in een zogenaamde schadevergoedingstransactie. De onafhankelijkheid die voor een dergelijke bemiddeling nodig is, kan de politie, door de directe betrokkenheid, mijns inziens niet waarborgen.

Gemengde gevoelens
Het nationale veiligheidsplan van het kabinet zal met gemengde gevoelens worden ontvangen. Eenzelfde lot zal het voorstel van Van Zunderd beschoren zijn. Indien de werkwijze met voldoende waarborgen is omkleed, zal een aanzienlijke werklastvermindering voor politie en OM achterwege blijven. Nu ook de overige aangevoerde argumenten niet erg overtuigend lijken te zijn, gaat het niet aan het vervolgingsmonopolie van het OM uit te hollen. Een voortzetting van het huidige beleid, met eventueel een uitbreiding van de bevoegdheden van het OM, verdient dan de voorkeur.

De auteur is medewerker van het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer