Meer belangstelling voor herdenking Dam
Bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam waren zondag ongeveer 25.000 mensen aanwezig. Dat waren 10.000 bezoekers meer dan vorig jaar.
Op de Dam in Amsterdam legden koningin Beatrix en prins Willem-Alexander even voor 20.00 uur een krans bij het Nationaal Monument. Daarna volgde de gebruikelijke twee minuten stilte. Na een toespraak van staatssecretaris Bussemaker -ze wil dat er meer aandacht komt voor de rol die allochtonen uit bijvoorbeeld Marokko en de Antillen speelden bij de bevrijding van Europa- droeg de 18-jarige Bahar Azizi uit Den Haag haar gedicht ”In mijn en ieder hart” voor. Met dat gedicht won zij de poëziewedstrijd voor jongeren die het Nationaal Comité 4 en 5 mei ieder jaar organiseert.Eerder op de dag legden de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, Timmerman-Buck en Verbeet, een krans bij het nationaal monument Erelijst van Gevallenen in de Tweede Kamer. Ook premier Balkenende legde een krans.
De minister-president herdacht zondag ook de gesneuvelde zeelieden die zich in de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor de vrijheid van Nederland. Dat gebeurde bij het nationale monument voor de koopvaardij De Boeg in Rotterdam.
De dochter van schrijfster Marga Minco, die zelf ziek was, las in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 meilezing ”Een sprong in de tijd” van haar moeder voor. Daarin verhaalde Minco over zaterdag 4 mei 1940, de dag waarop ze voor het laatst onbezorgd met haar vader naar de synagoge liep. „Aan die rust en veiligheid heb ik de daaropvolgende jaren geregeld moeten terugdenken: aan de dagen waarop je je niet bedreigd hoefde te voelen en aan de massale vernietiging in de dodenfabrieken over de oostelijke grenzen die je voorstellingsvermogen te boven zouden gaan.”
Op de Waalsdorpervlakte in de duinen bij Wassenaar kwamen circa 3000 mensen bij elkaar ter nagedachtenis aan de burgers en militairen die waar ook ter wereld zijn omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Op de Waalsdorpervlakte werden in de Tweede Wereldoorlog tussen de 250 en 280 mensen gefusilleerd. Na de oorlog ontstond er spontaan een jaarlijkse herdenking. In 1959 werd er een monument geplaatst, een bourdonklok. Die werd, zoals elk jaar om 20.00 uur, geluid.
De ceremonie staat bekend als de herdenking voor de gewone man en heeft een ingetogen karakter. Speeches werden niet gehouden, hoogwaardigheidsbekleders kwamen op persoonlijke titel en iedereen liep in willekeurige volgorde langs het monument. Alleen de nabestaanden van diegenen die in het duingebied werden gefusilleerd, kregen extra aandacht. Zij liepen aan de kop van de stoet.
In een aantal gemeenten werden de doden zaterdag al herdacht. De gemeenten wilden zo veel mogelijk mensen bij de plechtigheden betrekken, zonder mensen voor het hoofd te stoten vanwege de zondagsrust.
Bij de dodenherdenking in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag zei minister Van Middelkoop van Defensie gisteren dat in het bezette Nederland beledigen en krenken soms de laatst beschikbare strijdmiddelen waren. Als mensen nu een beroep doen op het recht daarop, is dat „geen bewijs van innerlijke kracht”, aldus Van Middelkoop. Hij verwees naar de ondergrondse pers, predikanten, verzetsdichters en koeriers van pamfletten en schotschriften in de Tweede Wereldoorlog. „Als het gaat over het vrije woord hebben zij het allereerst recht van spreken. Zoals we later respect hadden voor dissidenten achter het toenmalige IJzeren Gordijn. Er zijn tijden dat beledigen, krenken, verwensen, vervloeken, ridiculiseren, schofferen en schenden niet alleen gelegitimeerde uitingsvormen zijn, maar noodzakelijke middelen in een strijd. Op een dag als vandaag bewijzen wij op deze plek eer aan hen die daar de moed voor hadden.”