Het land heeft beloofd zich ten minste tot 2006 te zullen houden aan het verbod op de commerciële walvisvangst dat tien jaar geleden zijn motief was om uit de IWC te stappen, en daarna nog ruimte te geven voor het bereiken van een nieuw beheerssysteem.

De landen die voor een blijvend verbod zijn, zien de herintreding van IJsland met lede ogen aan, omdat de lobby voor hervatting van de commerciële vangst binnen de IWC er daardoor een stem bij krijgt.

De IWC stelde het verbod in 1986 in en zes jaar later stapte IJsland op. Vorig jaar gaf Reykjavik te kennen weer deel te willen uitmaken van de club, met het argument dat het zijn belangen beter van binnenuit kon behartigen. Het kreeg toen de waarnemerstatus.

Als het verbod „binnen een redelijke termijn na de voltooiing van een nieuw beheersschema” niet wordt opgeheven, acht IJsland zich er niet langer aan gebonden, waarschuwde de regering. Volgens IJsland is de populatie van de vinvis en de dwergvinvis in zijn wateren zodanig hersteld dat commerciële vangst weer verantwoord is. Noorwegen heeft de commerciële vangst in 1993 al hervat, na een pauze van zes jaar.