Bulldozers tegen vluchtelingenprobleem Pakistan
De Pakistaanse autoriteiten hebben in het vluchtelingenkamp Jalozai bij de grens met Afghanistan al 5000 huizen platgewalst. De resterende 12.000 woningen moeten er tegen 20 mei aan geloven. Volgens de VN is maar een klein deel van de 70.000 bewoners teruggekeerd naar Afghanistan; de meeste vluchtelingen die al vetrokken zijn, wonen nu in huurhuizen in de omgeving van het kamp.
„Wij gaan iets huren in Cherat, een dorp in de buurt”, zegt Gul Wali, een van de bewoners van Jalozai. „We hebben twintig jaar in Jalozai gewoond. Maar we moeten weg want mijn stalletje is gesloopt.” Wali, een slager, was een van de 900 handelaars met een vaste standplaats op de Muhajir Bazar, de veelbezochte markt van het vluchtelingenkamp. Bulldozers hebben de kraampjes met de grond gelijkgemaakt.Pakistan wil de Afghaanse vluchtelingen weg hebben uit de oude kampen. De bewoners krijgen de keuze naar hun geboorteland terug te keren of te verhuizen naar nieuwe kampen, die zeker open zullen blijven tot in 2009 . Maar voor veel vluchtelingen is dat kiezen tussen cholera en de pest. Jalozai ligt op 35 kilometer van de Pakistaanse grensstad Peshawar, een belangrijk handelscentrum. De nieuwe kampen zijn erg afgelegen; in de omgeving is geen werk te vinden en ook de voorzieningen zijn ontoereikend.
”Vrijwillige repatriëring” is eveneens niet aantrekkelijk. In Afghanistan zijn al even weinig banen, terwijl het er ook erg onveilig is. De 100 dollar (63 euro) die de vluchtelingen krijgen bij hun terugkeer, haalde sinds 15 maart in heel Pakistan maar 30.000 mensen over de streep.
Pakistan wil echter van de vluchtelingen af. Juli vorig jaar werd het grootste vluchtelingenkamp in Pakistan, Kacha Garhi, met de grond gelijkgemaakt. Nog 8 andere van de 24 kampen in het grensgebied zijn dichtgegaan. De bewoners van Jalozai hadden tot 15 april de tijd gekregen om vrijwillig te vertrekken, en nu zijn ook daar de bulldozers aan het werk gegaan.
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zegt dat sinds 15 maart maar 99 families -bijna 6400 mensen- gebruik hebben gemaakt van de hulp die ze verleent aan vluchtelingen die naar Afghanistan terugkeren. Er zijn wel al zowat 35.000 mensen uit het kamp vertrokken. De meerderheid van hen heeft een onderkomen gevonden in huurhuizen in de omgeving.
„We konden in Jalozai goed leven van onze tapijthandel”, zegt de 56-jarige Noor Jamal, die veertien jaar in het kamp leefde. „Nu hebben we niets meer.” Dat lijkt overdreven. Jamal trekt naar Peshawar. „We hebben er al een winkel”, geeft hij toe. Terugkeren naar Afghanistan is voor Jamal geen optie. Hij heeft twee zoons, en die doen het goed op school. „Als ik terugkeer, vernietig ik hun toekomst.”
De overheid heeft de stroomtoevoer naar de winkels en de markten in Jalozai afgesneden. Van de vluchtelingen die nu nog in het kamp leven, eist ze in totaal 10 miljoen roepie (100.000 euro) voor onbetaalde stroomrekeningen. „Dat kunnen we nooit betalen”, klaagt Dost Mohammad, een kampoudste. „Het is nog een manier om ons hier weg te krijgen.”
Jalozai werd begin jaren ’80 opgezet door de VN om de eerste vluchtelingengolven uit Afghanistan op te vangen. De bezetting door de Sovjet-Unie en de daaropvolgende burgeroorlogen deden in de jaren ’80 en ’90 miljoenen Afghanen naar Pakistan en Iran vluchten. Na de verdrijving van het talibanregime in 2001 keerden veel vluchtelingen spontaan of via terugkeerprogramma’s terug naar huis.
Toch blijven er nog veel mensen over in de grote kampen. Meer dan 2 miljoen Afghanen hebben zich de voorbije maanden laten registreren in het kader van een programma van de UNHCR. Daardoor kregen ze een verblijfsvergunning van drie jaar. Pakistan wil het gros van de Afghaanse vluchtelingen tegen eind 2009 het land uit hebben, maar de UNHCR ziet dat niet zitten.