Angst stempelt verkiezingen in Rome
Het gaat Rome economisch voor de wind. Maar voor zijn inwoners is dat geen reden om een van de architecten van de voorspoed automatisch als nieuwe burgemeester te kiezen.
Uitstekende economische cijfers en een explosieve groei van het toerisme. De opvolger van Walter Veltroni als nieuwe burgemeester van Rome komt in een gespreid bedje terecht. Zeker als de kandidaat Francesco Rutelli heet, die partijgenoot is van Veltroni. Rutelli was vijftien jaar geleden de eerst gekozen burgemeester van Rome uit de geschiedenis en wordt gezien als een van de architecten van de voorspoed van Rome.Maar de gedoodverfde nieuwe burgemeester is allesbehalve zeker van de winst. Tijdens de eerste ronde van de burgemeestersverkiezingen bijna twee weken geleden haalde Rutelli -onverwacht- niet de meerderheid. De voorsprong op Gianni Alemanno, de kandidaat van centrumrechts, was slechts 5 procent. Zondag en maandag gaan de Romeinen weer naar de stembus om hun definitieve keuze te maken.
Rutelli is onder meer slachtoffer van de enorme verkiezingswinst van Silvio Berlusconi bij de landelijke verkiezingen van bijna twee weken geleden. Berlusconi vaagde extreem links weg en liet zijn belangrijkste concurrent, de centrumlinkse Democratische Partij, met 10 procent ver achter zich. Verkiezingen voor opengevallen plekken in het openbaar bestuur, zoals de burgemeesterspost in Rome, op dezelfde dag onttrokken zich niet aan de landelijke trend.
Wat ook tegen Rutelli spreekt, is zijn ministerschap (Cultuur) in de regering-Prodi, die nu al de geschiedenis ingaat als het impopulairste kabinet in jaren. In de ogen van veel Italianen verhoogde Prodi alleen maar de belastingen.
Maar het meest heeft Francesco Rutelli te lijden van een vrij algemeen gevoel van onveiligheid bij de inwoners van Rome. Vorige week kwam er olie op het vuur toen bekend werd dat een vrouw ’s avonds bij het verlaten van een treinstation in een buitenwijk van Rome was verkracht en met een mes was gestoken. De dader werd bijna onmiddellijk gearresteerd. Het was een Roma, een zigeuner met de Roemeense nationaliteit, zonder vaste verblijfplaats, die in een van de 84 zigeunerkampen in en rond Rome woonde. De woede over wat velen zien als weer een misstap van Roemenen en zigeuners was groot.
Een andere, soortgelijke gebeurtenis, stond nog helder voor de geest, al dan niet opgefrist door de lokale pers. In november werd een Italiaanse vrouw in de buurt van een zigeunerkamp beroofd en met een zwaar voorwerp op haar hoofd geslagen. De vrouw overleed twee dagen later. De dader, eveneens een Roma met Roemeense nationaliteit, werd vrijwel direct opgepakt na een tip van een landgenote.
De verkiezingen gaan -anders dan Rutelli zich van tevoren had voorgesteld- niet over de economische cijfers, die een stuk beter zijn dan het nationaal gemiddelde. Rutelli’s tegenstander Alemanno kan eenvoudig zeggen dat de economische voorspoed „het succes van de Romeinen is, niet van het gemeentebestuur” en een deel van de Romeinen gelooft dat ook, zeker middenstanders en degenen die een vrij beroep uitoefenen.
De verkiezingen gaan om veiligheid. Alemanno belooft 20.000 buitenlanders die in aanraking zijn gekomen met justitie uit te wijzen. Onduidelijk is op welke manier, zonder in conflict te komen met Brussel, en zeker als het Roemenen betreft. Maar daar gaat het niet om. Alemanno wil het electoraat laten zien dat hij de man is van orde en veiligheid.
Gianni Alemanno heeft in zekere zin goede kaarten in handen. Alemanno was als tiener lid van de jongerenbeweging van de fascistische partij, waarvan hij op 30-jarige leeftijd leider werd. In zijn jeugdjaren werd hij onder meer opgepakt voor het molesteren van een linkse jongen en voor het gooien van een molotovcocktail naar de ambassade van de Sovjet-Unie. In 1989 werd hij gearresteerd omdat hij twee politiemensen aanviel tijdens een illegale demonstratie tegen het bezoek van de Amerikaanse president aan graven uit de Tweede Wereldoorlog. Met de Amerikaans invasie in 1943 was er namelijk een einde gekomen aan het fascistisch regime.
In de jaren negentig ruilde Alemanno de straat in voor de politiek. Hij werd een van de leidinggevenden van de Nationale Alliantie, die onder partijleider Fini langzamerhand in minder extremistische wateren terechtkwam. Alemanno was onder meer minister van Landbouw in het tweede kabinet-Berlusconi (2001-2006). Een van de weinige kundige ministers, zeggen zelfs ook zijn tegenstanders.
Alemanno’s ’zwarte’ verleden is in Rome geen minpunt. Bij verkiezingen vergaren partijen met een fascistisch sausje, van de omgevormde Nationale Alliantie tot het anti-Joodse Rechts en de Driekleurige Vlam, zo’n kwart van de stemmen. Maar de politiek bedreven Alemanno heeft de rechtse extremisten de wacht aangezegd en banden aangehaald met de Joodse gemeenschap.