Economie Indonesië krijgt klap
De economische gevolgen van de bloedige bomaanslag op Bali van afgelopen zaterdag waren maandag onmiddellijk voelbaar. In Jakarta daalden de aandelenkoersen met 9 procent en maakte de roepia een fikse val ten opzichte van de dollar. Maar ook in Bangkok, Manilla en Kuala Lumpur leidden onzekerheid en vrees voor nieuwe aanslagen tot een duidelijke achteruitgang.
Sommige beleggers vreesden dat het vandaag nog erger zou worden, omdat de belangrijke beurzen van Hongkong en Tokio, die maandag vanwege een feestdag gesloten waren, weer opengingen.
Die vrees bleek echter ongegrond. De beurs van Tokio ging vanmorgen met 3,6 procent omhoog. Ook in Hongkong, Zuid-Korea en Australië stegen de aandelenkoersen. De beurzen van Zuidoost-Azië, die maandag omlaaggingen na de aanslag op Bali, waren vanmorgen ook voor het grootste deel lager. De dalingen vielen echter mee. Alleen de beurs van Jakarta zakte nog 4 procent.
Indonesië, dat toch al kampte met grote economische problemen, zal zeker een zware klap krijgen van de aanslag, die aan bijna 200 mensen, onder wie veel buitenlandse vakantiegangers, het leven kostte. Maandag werd bekend dat honderden bange toeristen Bali al verlaten hebben. Een woordvoerder van het toeristenbureau van Bali zei te verwachten dat de bezoekers voorlopig wel even weg zullen blijven.
Verscheidene landen, waaronder Nederland en België, hebben een negatief reisadvies afgegeven voor Bali en touroperators hebben op grond daarvan al boekingen ongedaan gemaakt. Een energieconferentie die binnenkort Bali zou worden gehouden, is verplaatst naar Singapore.
In 2001 kwamen meer dan 5 miljoen toeristen naar Indonesië, van wie 1,5 miljoen naar Bali. Het toerisme levert Indonesië jaarlijks zo’n 5 miljard euro op. Hoe groot de schade zal zijn, valt nog niet te zeggen. Na 11 september 2001 zag Bali het aantal bezoekers ook teruglopen. Toen werd voorspeld dat Indonesië daardoor ongeveer een miljard euro aan inkomsten zou derven.
De olie-industrie, een andere belangrijke pijler van de Indonesische economie, zal waarschijnlijk ook gevolgen van de aanslagen ondervinden. Alle olie- en gasbedrijven in het land verhoogden hun veiligheidsmaatregelen uit angst dat zij een volgend doelwit zullen worden. De vrees dat de aanvoer zal stokken, dreef de prijs van ruwe olie op de New Yorkse termijnmarkt met 11 dollarcent omhoog tot 29,48 dollar per vat.
Al voor de terreuraanslag van zaterdag hadden Indonesische functionarissen aangegeven dat het land er economisch slecht voorstaat. De centrale bank maakte vorige week bekend dat de groeiprognose van 4 procent door een afnemende vraag waarschijnlijk niet zal worden gehaald. Toen daar het nieuws over de aanslag bovenop kwam, was er geen redden meer aan. De aandelenkoersen zakten met 9,2 procent tot 341,85, het laagste peil in anderhalf jaar, en alleen interventie door de centrale bank voorkwam dat de roepia verder daalde dan 9350 voor één dollar, het laagste punt sinds vijf maanden. De investeringsbank JP Morgan zei te verwachten dat de roepia tegen het eind van het jaar door de grens van 10.000 voor één dollar zal zakken. Voor de terreuraanslag gold een prognose van 8700 roepia tegen de dollar.
De Indonesische regering probeert de economische gevolgen zo beperkt mogelijk te houden en beloofde maandag het vertrouwen van de buitenlandse beleggers te zullen herstellen. Minister van Economische Zaken Dorodjatun Kuntjoro-Jakti zei dat de regering zal laten zien dat Indonesië geen plaats is voor terrorisme en dat ook niet zal worden.