„Uw vreselijk lijden is nodeloos”, zei Sharon maandag in een redevoering bij de opening van de nieuwe parlementaire periode. „Bloed wordt voor niets vergoten. Verander het despotische regime dat u van mislukking naar mislukking, van tragedie naar tragedie voert.” Volgens Sharon hebben „moorddadige terreurbendes” de Palestijnse gebieden overgenomen met aanmoediging en goedkeuring van de Palestijnse leider Yasser Arafat.

Sharon zei te verwachten dat „onze Palestijnse buren” het komende jaar vanzelf een moment zullen bereiken waarop zij een andere houding tegenover Israël innemen. „Ik beloof dat mijn regering alert zal zijn op elk teken van verandering (…) om vrede te sluiten”, zei de premier.

De Palestijnen hebben voor januari verkiezingen uitgeschreven, maar de bezetting van hun steden door Israël maakt het twijfelachtig of die doorgang kunnen vinden.

De Palestijnse nationale veiligheidsadviseur, Mohammed Dahlan, heeft zijn ontslag ingediend. Hij is ontevreden over het langzame tempo van de interne hervormingen. President Arafat heeft het ontslag nog niet geaccepteerd, aldus een Palestijnse functionaris maandag.

„Dahlan stuurde een brief aan president Arafat in Ramallah waarin hij zijn ontslag indient. Hij geeft als reden (voor het ontslag) het treuzelen van het Palestijnse leiderschap bij de invoering van veiligheids- en bestuurlijke hervormingen”, aldus de zegsman.

Dahlan nam eerder dit jaar in juni ontslag als hoofd van de Preventieve Veiligheidsdienst in de Gazastrook. Ook toen noemde hij als reden problemen bij hervormingen. Hij werd daarna door Arafat benoemd op de belangrijke post van Nationale Veiligheidsadviseur.

Arafat staat onder zware Palestijnse en internationale druk om hervormingen door te voeren. Hij presenteert vermoedelijk binnen een week zijn nieuwe kabinet. De vorige regering trad af om een motie van wantrouwen van het parlement te ontlopen.

De in 1961 geboren Dahlan wordt over het algemeen beschouwd als gematigd. Hij behoort tot de leidende figuren van de jonge garde binnen de Palestijnse Autoriteit. Dahlan wordt ook wel genoemd als een potentiële opvolger van Arafat.

De nabestaanden van een Israëlische soldaat die door een menigte Palestijnen is gelyncht, hebben door de rechtbank beslag laten leggen op 64 miljoen shekel (13,5 miljoen euro) van het geld dat de Palestijnse Autoriteit van de Israëlische regering te goed heeft.

De reservisten Vadim Norjitz en Yossi Avrahami werden op 12 oktober 2000 in Ramallah gedood door een menigte die het politiebureau had bestormd waar zij door de Palestijnse politie waren opgesloten nadat zij per ongeluk op de Westoever terecht waren gekomen. Het lichaam van een van hen werd onder gejuich van de menigte uit een raam van het politiebureau gegooid.

De familie van Norjitz heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Palestijnse Autoriteit en het Israëlische ministerie van Financiën en eist 64 miljoen shekel smartengeld. Om geld voor de claim te reserveren heeft de rechtbank het zogenaamde retentierecht toegepast.

De Israëlische regering is de Palestijnse Autoriteit meer dan twee miljard euro aan invoerbelasting schuldig. Het geld wordt achtergehouden sinds twee jaar geleden de nieuwe Palestijnse opstand begon. Onlangs is een bedrag overgemaakt, maar het overgrote deel blijft in Israëlische handen.

Advocaten van de Palestijnse Autoriteit betoogden op de zitting dat de Israëlische regering de verhitte gemoederen in de Palestijnse gebieden zelf heeft veroorzaakt, maar dat argument werd door de rechter verworpen. Als de claim van de familie van Norjitz wordt gehonoreerd zullen waarschijnlijk meer nabestaanden rechtszaken tegen de Palestijnse Autoriteit aanspannen.