Zorgeloos
„Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek…”
Openbaring 3:17Veel belijders verbergen hun boezemzonde onder de vleugels van hun godsdienst. Dit zal zijn als een worm aan haar wortels, die ten laatste de blaren zal doen verdorren, hoe schoon zij zich ook voor een tijd mogen vertonen. Sommigen hebben vele uitstekende gaven en doen veel goede plichten, doch het toestaan van een verborgen zonde zal ten laatste alle goede plichten verderven.
Hij die eenzijdig is in het doden van zijn zonden, handelt ongetwijfeld geveinsd in zijn belijdenis. Dit is de rechterhand, die een oprecht christen moet afhakken opdat het gezonde gedeelte, wat in gevaar is, behouden blijft. De onderdrukking van sommige lusten maakt deze belijders zorgeloos. Opvolgen van een zonde werpt de grondslag van hun hoop echter terneer en zo bedriegen zij zichzelf.
Veel mensen weten de instellingen van God op een bepaalde tijd waar te nemen, te weten op gezette tijden bidden zij in hun huisgezin. Maar zich van de wereld af te zonderen in hun binnenkamer en daar hun hart voor het aangezicht van de Heere uit te storten, dat kennen ze niet. O, lezer, indien uw hart recht was met God en u uzelf niet bedroog met een ijdele belijdenis, u zou veel onderhandelingen met God hebben.
John Flavel,
(”Toetssteen der oprechtigheit”, 1730)
predikant te Darmouth