Nederlandse politie helpt Suriname
Suriname krijgt steun van de Nederlandse politie om de lucratieve drugshandel aan banden te leggen.
De Rotterdamse hoofdcommissaris Ottema en de Surinaamse minister van Justitie en Politie Gilds ondertekenden maandag een overeenkomst, waarin Nederland toezegt materieel en deskundigen beschikbaar te stellen.
Suriname staat internationaal bekend als een belangrijke doorvoerhaven voor cocaïne, die uit Colombia afkomstig is en naar Europa en, in mindere mate, de Verenigde Staten wordt gesmokkeld. Andersom proberen smokkelaars vanuit Nederland via Suriname xtc naar het Noord- en Zuid-Amerikaanse vasteland te vervoeren.
Binnenkort zullen Nederlandse politiefunctionarissen naar Suriname afreizen om collega’s te trainen in het opsporen van drugssmokkelaars. Suriname haalde twee jaar geleden, na het aantreden van de huidige regering van president Ronald Venetiaan, de banden met Nederlandse politiekorpsen aan, waarbij Rotterdam een voortrekkersrol speelt.
De Nederlandse regering heeft inmiddels toegezegd de bouw van een nieuw hoofdbureau van politie in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo te financieren. Al jaren kampt de slecht toegeruste Surinaamse politie met een gebrek aan goede huisvesting, nadat bij de staatsgreep van 25 februari 1980 het monumentale hoofdbureau van politie aan de Waterkant in het centrum van de stad in brand werd geschoten en nagenoeg met de grond gelijk werd gemaakt. Wrang genoeg maken de pilaren die overeind bleven staan op die plaats nu deel uit van het „monument van de revolutie” waar ieder jaar een handjevol Surinamers onder leiding van couppleger en ex-dictator Dési Bouterse nog altijd op 25 februari de staatsgreep herdenkt.
De bouw van het nieuwe politiebureau, dat al vijftien jaar op het verlanglijstje van opeenvolgende Surinaamse regeringen staat, kost naar verwachting ruim 300 miljoen euro, een bedrag dat uit de Verdragsmiddelen zal worden vrijgemaakt.