Binnenland

Madonna vrijuit na kruisscène

De kruisigingsact die de Amerikaanse popzangeres Madonna in september 2006 heeft uitgevoerd, is volgens het gerechtshof in Amsterdam niet strafbaar.

Redactie politiek
18 April 2008 23:23Gewijzigd op 14 November 2020 05:45
AMSTERDAM - Bert Dorenbos van de Stichting Schreeuw om leven protesteert tussen de Madonna-fans bij de Amsterdam ArenA tegen godslasterlijke songs en acts van Madonna. Foto ANP
AMSTERDAM - Bert Dorenbos van de Stichting Schreeuw om leven protesteert tussen de Madonna-fans bij de Amsterdam ArenA tegen godslasterlijke songs en acts van Madonna. Foto ANP

Er is geen sprake van smalende godslastering en evenmin van belediging van christenen. De SGP-jongeren, die de rechtszaak hadden aangespannen, zijn diep teleurgesteld over de uitspraak.SGP-jongerenvoorzitter Kloosterman bracht de uitspraak van het gerechtshof vrijdag naar buiten.

Madonna droeg tijdens de gewraakte act een doornenkroon. Terwijl ze zong, liet ze zich aan een kruis hijsen. Aan het slot van het nummer viel ze op haar knieën en ontdeed ze zich van de doornenkroon.

De SGP-jongeren deden bij het openbaar ministerie aangifte van godslastering en belediging van een groep mensen vanwege hun godsdienst. Het OM besloot niet tot vervolging over te gaan. Daarop startten de SGP-jongeren een zogeheten artikel 12-procedure bij het gerechtshof in Amsterdam.

Het hof heeft geoordeeld dat Madonna zich niet schuldig heeft gemaakt aan smalende godslastering. Het is niet vast komen te staan dat het haar bedoeling is geweest „God te beschimpen of te honen, dan wel dat ze uiting heeft gegeven aan haar verachting voor God.” De zangers beledigt evenmin een groep mensen vanwege hun godsdienst. „Er is geen sprake van krenking van de eer en waardigheid van de groep christenen op bepaalde (godsdienstige) gronden.”

Zelfs als Madonna wel de bedoeling zou hebben gehad om anderen in hun godsdienstige gevoelens te krenken, zou dat volgens het gerechtshof niet strafbaar zijn als smalende godslastering „omdat het smalende aspect ontbreekt.”

Kloosterman ziet in die zinsnede „een vrijbrief om te kwetsen.” Hij vindt het een „gemiste kans” dat het hof artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht over smalende godslastering geen nieuw leven heeft ingeblazen. „Wij hoopten daarop, omdat minister Hirsch Ballin van Justitie in een brief aan de Kamer heeft geschreven dat het artikel nog wel degelijk relevantie heeft.”

De SGP-fractie zal de bewindsman vragen in de eerstvolgende brief over smalende godslastering te reageren op de uitspraak van het gerechtshof.

Inzake godslastering wordt „met twee maten gemeten”, meent Kloosterman. „Christenen mogen worden beledigd, maar vergelijk dat eens met de gang van zaken bij beledigingen van moslims en homo’s.”

www.sgpj.nl voor de uitspraak van het hof.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer