Virginia Tech herdenkt bloedbad
Op de campus van de Amerikaanse universiteit Virginia Tech zijn woensdag de 32 doden herdacht die een jaar geleden vielen door de hand van Seung-Hui Cho, een psychisch gestoorde student uit Zuid-Korea, die zichzelf van het leven beroofde toen de politie op het punt stond hem te arresteren.-
Hoewel de hechte, 27.000 leden tellende universiteitsgemeenschap haar best heeft gedaan om het verdriet te verwerken en vooruit te kijken, viel de eerste herdenking de meesten zwaar. Sommige nabestanden konden het niet opbrengen de officiële herdenking op een veld op de campus bij te wonen en kozen ervoor in stilte te rouwen.De deelnemers aan de officiële plechtigheid werden toegesproken door verschillende hoogwaardigheidsbekleders, onder wie de directeur van Virginia Tech en de gouverneur van Virginia. Daarna werd een minuut stilte gehouden voor de slachtoffers en werden klokken geluid. Een jonge vrouw viel overmand door verdriet op de grond en werd snikkend door medisch personeel van het veld gehaald.
Later op de dag waren nog kleinere herdenkingsbijeenkomsten gepland en ’s avonds zou een wake met kaarsen worden gehouden.
Dinsdag had iemand al een klein bosje witte anjers neergelegd bij Norris Hall, het gebouw waar de schutter en dertig van zijn slachtoffers omkwamen. Andere boeketten en aandenkens waren neergelegd bij de 32 herdenkingsstenen die enkele maanden geleden op de campus zijn geplaatst.
Cho schoot in eerste instantie twee medestudenten dood en een paar uur later nog eens dertig studenten en docenten. Studenten en docenten werden pas na ruim twee uur via een e–mail op de hoogte gebracht van de eerste twee moorden en een onderzoekscommissie concludeerde vorig jaar dat er mogelijk minder doden waren gevallen als dat eerder was gebeurd. Ook oordeelde de commissie dat de universiteit niet adequaat handelde naar aanleiding van het bizarre gedrag dat Cho al lang voor hij het bloedbad aanrichtte vertoonde. In 2005 bepaalde een rechter dat de student in therapie moest, omdat hij een gevaar voor zichzelf vormde, maar daar kwam niets van terecht.
Na de schietpartij werden verbeteringen doorgevoerd bij de beveiliging van onderwijsinstellingen, waaronder systemen om leerlingen bij dreigend gevaar snel te kunnen waarschuwen. Het hoofd van de onderzoekscommissie, Gerald Massengill, zei dat hij zich goed probeerde te houden door zich daarop te concentreren – ’de lessen die we denken te kunnen leren’.