Aanpak vergrijzing bij overheid schiet tekort
De publieke sector loopt met de aanpak van vergrijzing ver achter bij het bedrijfsleven.
Hoewel vergrijzing van het personeel bij de overheid een groter probleem vormt dan in het bedrijfsleven, doet de overheid veel minder om problemen die ontstaan door het vertrek van oudere werknemers te voorkomen. Ook met de invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid loopt de overheid achter.Dat blijkt uit de woensdag verschenen Vergrijzingsmonitor, een jaarlijks onderzoek van Kluwer, KPMG en Randstad. De eerste verscheen vorig jaar.
Ruim 60 procent van de publieke instellingen verwacht problemen door de vergrijzing van het personeelsbestand. Zij zijn vooral bang voor verlies van kennis.
Maar de overheid is ook bang dat jongeren vertrekken bij gebrek aan doorstroommogelijkheden. Als het gaat om het aantrekken van nieuwe medewerkers, doet de overheid het ook slechter dan het bedrijfsleven. Zij werft niet actief genoeg en heeft er ook last van dat de overheid als werkgever een minder goede naam heeft. Slechts 13 procent van de publieke instellingen heeft een leeftijdsbewust personeelsbeleid.
Overheidsinstellingen zoeken het antwoord op de vergrijzing vooral in het investeren in zittend personeel en het vergroten van de inzetbaarheid van oudere werknemers.
De sector ziet in de vergrijzing ook voordelen. Die zorgt voor meer ervaring en kennis en de ouderen kunnen nieuwkomers goed begeleiden.