Noorwegen handhaaft band kerk en staat
Noorwegen handhaaft de hechte band tussen de Evangelisch-Lutherse Kerk -de Norske Kirke- en de staat. Na jarenlange discussie is daarover donderdag een breed parlementair akkoord bereikt. De overheid staakt wel bemoeienis met de benoeming van geestelijke leiders.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat de grondwet vergaand herzien zou worden. Net als in buurland Zweden zou dat moeten leiden tot een volledige scheiding van kerk en staat. Dat is nu van de baan.Wel is er volgens de sociaaldemocratische minister van Kerk en Cultuur, Trond Giske, sprake van een duidelijke hervorming. Het belangrijkste onderdeel daarvan is dat de bemoeienis van de staat met de benoeming van de kerkelijke leiders, zoals bisschoppen, wordt beëindigd. De synode of een ander orgaan van de Norske Kirke kan de leiders nu geheel zelfstandig benoemen.
In het parlementaire akkoord is ook vastgelegd dat het benoemingsproces op democratische manier moet verlopen. Hoe dat concreet gestalte moet krijgen, is nog niet geheel duidelijk. Juist deze zaak kan daarom nog voor flinke interne discussies in de kerk gaan zorgen. De mogelijkheid bestaat dat er wordt gewerkt met directe of getrapte verkiezingen met in ieder geval een aanzienlijke mate van invloed van de gewone kerkleden. Een en ander moet in 2011 vaststaan.
Ondanks de lijvige rapporten die enkele jaren geleden over de herziening van de status van de Norske Kirke op tafel werden gelegd, blijft verder in feite alles bij het oude. Aan het artikel in de grondwet, dat de Norske Kirke „de volkskerk van Noorwegen is en als zodanig door de staat wordt gesteund”, wordt niet getornd. De staat blijft zorgen voor de salariëring van bisschoppen en predikanten.
De positie van de koning als formeel beschermer van de volkskerk wordt wel geschrapt. De huidige koning Harald II en ook de toekomstige koningen zijn echter verplicht om de evangelisch-lutherse godsdienst te belijden, aldus het nieuwe ontwerp van het betreffende grondwetsartikel.