Vrede in de kerk: Opnieuw leren samen te leven
Als beginnend predikant kreeg Elizabeth Hughes eens van een gemeentelid te horen: „Als ik het woord verzoening nog één keer van de preekstoel hoor, loop ik weg.” Maar dat is twintig jaar geleden. Sindsdien is Noord-Ierland veranderd. Echte verzoening tussen de bevolkingsgroepen is er nog niet, maar het woord verzoening mag weer worden gebruikt.
Ds. Liz Hughes moet er een beetje om glimlachen. Het is een van de vele veelbetekenende glimlachjes tijdens het gesprek die verraden dat ze zich soms wat ongemakkelijk voelt met de gevoelens binnen haar kerk. „Verzoening is het hart van het Evangelie. Als je wilt weten wat dit voor mensen onderling betekent, moet je je hand uitsteken naar de andere zijde.”De Presbyteriaanse Kerk in Ierland vormt een bont geheel, zegt ds. Hughes. In naam is het een kerk voor het hele Ierse eiland. Maar in de praktijk is het vooral de volkskerk van Noord-Ierland en wordt zij geïdentificeerd met de luidruchtige protestanten.
Ook theologisch is de kerk veelkleurig. Over haar eigen positie als vrouwelijk predikant „staat de kerk verschil in Bijbeluitleg toe”, zegt Hughes. Zelf rekent ze zich tot de vleugel van de evangelicalen, de Bijbelgetrouwe stroming in de kerk. „Maar ik zie geen probleem in gezamenlijke diensten met katholieken.”
Ds. Hughes dient de Whitehouse Presbyterian Church in Noord-Belfast. „Die staat precies op de grens van een protestantse en een katholieke wijk. In 2002 werd ons gebouw platgebrand. Het jaar daarvoor was een katholieke kerk in de buurt in vlammen opgegaan. Na de herbouw hebben we nauwelijks nog problemen gehad. Wel eens een keer een verfbom of zo, maar dat was het dan wel. De dingen in Noord-Ierland zijn niet meer zoals vroeger.”
Op de achtergrond klinkt geestelijke muziek in Keltische stijl. Het monumentale koffiehuis in Church House in Belfast is commercieel, maar sluit qua uitstraling aan bij het hoofdkantoor van de kerk. Hughes biedt een stoel aan onder een grote glazen koepel.
Apartheid
Het ”Peace and Peace Making Panel” waarvan ds. Hughes lid is, bestaat al vanaf de jaren zeventig, vertelt ze. „Terwijl geweld ons land verlamde, sprak dit vredesforum vooral over buitenlandse problemen. Apartheid en zo.”
Het duurde tot in de jaren negentig voordat iemand zei: waarom kijken we steeds over de grenzen en spreken we niet over wat er in eigen land gebeurt? „Op het grondvlak maakten kerkleden toen al contact met mensen uit de andere gemeenschappen. Maar de kerk kwam pas in 1994 met een ”Peace Vocation”.”
Uit een map haalt de predikant een paars foldertje waarin de ”roeping tot vrede” staat beschreven. De kerk roept alle christenen op „vredestichters in hun eigen omgeving” te zijn en de „vicieuze cirkel te doorbreken.” In plaats van „haat met haat” te beantwoorden is het beter „elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te gaan.”
Ze bladert verder in de map. Er zitten onder meer gebeden in waarin om vrede wordt gesmeekt. Verder is er materiaal dat is gericht op jongeren, om ook hen te leren vredestichters te zijn.
De nieuwsbrief van het panel doet verslag van een „gezamenlijke maaltijd” van protestanten en katholieken in een plaatselijk hotel. Tijdens het diner wisselden de deelnemers volgens een vast patroon van tafel, om te voorkomen dat mensen elkaar zouden ontwijken.
Een andere folder geeft uitleg over de cursus ”Gospel in Conflict” met hoofdthema’s als ”leven in een verdeelde samenleving”, en ”omgaan met onenigheid.”
Sinds 1994 zijn er ook plaatselijke contacten met katholieke parochies. „In mijn eigen wijkgemeente hebben we dat ook. We zijn duidelijk over de verschillen. De synode biedt ons de vrijheid gezamenlijke diensten te beleggen, maar daarvoor is in mijn gemeente geen draagvlak. Het is ook niet noodzakelijk. Er zijn genoeg andere dingen te ondernemen. We vertellen elkaar de verhalen over hoe diep het conflict onze gemeenschappen heeft verdeeld.”
Voor 1994 waren die ontmoetingen niet toegestaan. „In een presbyteriaanse kerk spreek je altijd met gezag van de General Assembly (Algemene Vergadering), of je spreekt niet”, zegt ze glimlachend. „Maar er waren wel enkele moedige individuen die persoonlijke contacten hadden. Zelfs in de moeilijkste dagen van het conflict.”
Stapjes
Een belangrijke taak van het vredesforum in de kerk is mee te denken met plaatselijke gemeenten, hoe men contact kan maken met de „andere kant.” „Velen van ons hebben nooit geleerd praktisch om te gaan met katholieken uit hun omgeving. Wij bevorderen geen interreligieuze aanbidding of zo. Het begint gewoon met contact. Daarom stimuleren wij kerken kleine stapjes te zetten.”
Persoonlijk vindt Hughes het belangrijk dat de kerk zich bekommert om de radicale protestanten, de zogenaamde loyalisten. Zij zijn verantwoordelijk voor een deel van het geweld in het recente verleden. „Zij zijn protestant, maar leven zo ver bij God vandaan. Hun wachtwoord was: ”For God and Ulster”. Maar ze kennen God niet eens.”
Momenteel voelen de loyalisten zich verworpen door zowel de kerk als de regering. „Ze voelen zich bedreigd. Altijd al hadden ze een negatief zelfbeeld en dat wordt er nu natuurlijk niet beter op. Dat houdt verband met werkloosheid, weinig onderwijs, slechte huisvesting, lage toekomstverwachting en weinig perspectief en ook drugsgebruik. Maar ook deze mensen moeten we de liefde van Christus tonen. Veel plaatselijke gemeenten proberen echt te laten zien wat dat is. Dat is de uitdaging van de kerk.”
Keer op keer ziet Hughes dat er op het grondvlak „iets” gaande is. „Wij dicteren niets, maar maken alleen iets los. Tijdens cursussen spreken we ook over zaken als racisme. De andere kant van het vredesproces is dat er nu ook meer mensen van buiten West-Europa naar Noord-Ierland komen. Dat lokt negatieve reacties uit. Ook dat onderstreept dat onze gemeenschap zich bedreigd voelt.”
Hoofdstroom
Het klimaat in de kerk wordt gaandeweg anders, denkt ds. Hughes. „De weerstand neemt af, maar is zeker niet weg. Als werkgroep zouden we natuurlijk graag tot de hoofdstroom van de kerk behoren. Maar daarvoor is de steun te klein. En als iedereen het met ons eens zou zijn, hadden we ook geen vredespanel nodig.”
De weerstand tegen het vredesforum komt deels door de interne verdeeldheid van de kerk over de Rooms-Katholieke Kerk. „Onze Westminster Confessie wijst de paus aan als antichrist. Enkele jaren geleden hebben we die passage van een toelichting voorzien. Daarin staat dat men dit moet zien in de historische context van de zeventiende eeuw. Maar over de exacte uitleg bestaat veel verschil van mening.”
Toen het vredesproces op gang kwam, was er in veel gemeenten angst om met anderen te praten. „Men was bang dat men grond zou verliezen. Men had de eigen denominatie lief. Die zou men nooit opgeven. Maar een dialoog is een positie van kracht. Het is geen compromis. Het is een leerervaring. En het is noodzakelijk. We moeten helemaal opnieuw leren samen te leven.”
Tien jaar Goede Vrijdagakkoord
Noord Ierland viert vandaag de tiende verjaardag van het Goede Vrijdagakkoord uit 1998. Na lang onderhandelen wisten de Britse (protestantse) en Ierse (katholieke) partijen de eerste stappen op weg naar vrede te zetten.
Niet dat het vredesproces daarna geen terugslagen meer heeft gekend. Het geweld tussen de beide gemeenschappen bleef zeker nog een jaar of vijf bestaan en nog steeds vallen er wel eens een paar klappen. Echter, onleefbaar is het gebied niet meer.
Het conflict vindt zijn oorsprong in de weerstand tegen de Engelse overheersing (en later kolonisatie) van het Ierse eiland. Vanaf de Reformatie –waarin Engeland en Schotland protestants werden– kreeg het conflict een godsdienstige dimensie.
In 1921 werd, na lang vechten, het grootste deel van Ierland zelfstandig. Maar Noord Ierland bleef deel van het Verenigd Koninkrijk, omdat hier een Britse meerderheid bestond.
De Ierse minderheid in de provincie legde zich hier echter niet bij neer, onder meer niet omdat men zich tweederangsburgers voelde. Vanaf 1969 liep de onvrede uit op een gewapend conflict dat dertig jaar zou duren.
Vorig jaar mei is een coalitieregering aangetreden van de DUP (Democratic Unionist Party) onder leiding van ds. Ian Paisley en Sinn Fein (de politieke tak van het terroristische Ierse Republikeinse Leger, IRA).
Dit is de eerste aflevering in een korte serie over vrede in Noord-Ierland.