Dat zei NVVE-directeur R. Jonquière zaterdag.De werkgroep richt zich op patiënten die, vaak al jaren voordat de ziekte werd vastgesteld, lieten vastleggen dat ze niet meer willen doorleven wanneer ze door dementie bijvoorbeeld hun kinderen niet meer herkennen. Als de dementie ver is gevorderd kunnen artsen dergelijke schriftelijke wilsbeschikkingen niet meer uitvoeren. De bestaande euthanasiewet schrijft namelijk voor dat euthanasie alleen mag bij een patiënt die wilsbekwaam is en zijn stervensverzoek weloverwogen kan uiten en herhalen.

De NVVE wil dat de criteria in de schriftelijke wilsbeschikking inzake dementie zodanig worden verduidelijkt dat er voor de arts geen misverstand kan bestaan omtrent het stadium waarin de patiënt wil sterven. Alleen zo kan volgens de NVVE worden voorkomen „dat de arts het gevoel blijft houden iets te doen tegen de zin van de patiënt.”

Al in 2002 probeerde toenmalig minister Borst tevergeefs patiënten met vergevorderde dementie te laten vallen onder de euthanasiewet die dat jaar van kracht werd. Euthanasie bij patiënten met dementie in een beginstadium mag alleen als de arts bovenop de gebruikelijke zorgvuldigheidsvereisten de wilsbekwaamheid laat toetsen. In 2006 meldden artsen zes ingewilligde stervensverzoeken van vroeg dementerenden, in 2005 drie en in 2004 een.