Meisjes voor het eerst naar school
De kinderen zitten in kleermakerszit gebogen over hun schriften en de leraren lopen heen en weer terwijl ze hun verhaal afsteken. Tot zover lijkt alles normaal op de school Nasran in Jalalabad. Maar er is één groot verschil met vroeger: voor het eerst sinds de Taliban in 1996 de macht overnamen in Afghanistan, zijn de leerlingen meisjes.
Honderden meisjes gingen donderdag voor het eerst in hun leven naar school. De docenten deden hun best om hen te kalmeren, maar het leren in een grote groep in plaats van alleen of in een klein groepje thuis bleek erg opwindend.
In de provincie Nangahar in het oosten van Afghanistan hadden zich 3500 meisjes aangemeld voor onderwijs. VoIgens de directeur educatie van het nieuwe provinciebestuur, Abdul Ghani Hidayat, zijn 320 vrouwelijke docenten weer aan het werk gegaan. Sinds de Taliban zich op 7 november terugtrokken zijn in Nangahar 284 scholen heropend en 150.000 leerlingen weer naar school gegaan.
„Onderwijs is erg belangrijk voor de Afghanen, omdat wij de waarde van geletterdheid kennen”, zegt Hidayat. Zijn kantoor staat vol met een tiental voormalige docenten die hun baan verloren onder de Taliban en nu weer aan het werk willen.
De Taliban verboden onderwijs aan meisjes ouder dan acht jaar en wijzigden het onderwijsprogramma om meer nadruk te leggen op de islam. De meeste klassen werden overgenomen door mullahs, moslimgeestelijken, en andere docenten werden gedwongen ontslag te nemen. „Ze onderwezen lange islamitische teksten aan de kleintjes, die er niets van begrepen”, vertelt Abdul Hanan, die sinds 1970 leraar is. „Wij zullen weer teruggaan naar het oude curriculum.”
De zestienjarige Farhad zegt blij te zijn dat de mullahs zijn vertrokken en dat de nieuwe leraren net zo veel tijd besteden aan zijn favoriete vakken scheikunde, natuurkunde en Engels als aan de islam. Hij is ook blij dat zijn twee zusjes weer op school zitten.
„Zowel de jongens als de meisjes kunnen ons land weer opbouwen. Alle Afghanen moeten lezen en schrijven leren”, zegt Farhad, die later arts wil worden.
De meeste kinderen in Nangahar gaan echter nog niet naar school, omdat ze moeten helpen bij het onderhoud van het gezin. In het centrum van Jalalabad werken jongens in timmerwerkplaatsen, in de katoenproductie of op de markt om geld te verdienen en een vak te leren. Sommigen zijn in dienst bij een militie. De scholen proberen ook kinderen die werken lessen aan te bieden. Maar zolang de armoede groot blijft, zullen de meeste kinderen geen opleiding volgen.