Drie mannen komen uit het dorp zelf, de anderen komen uit Lunteren, Putten en Barneveld. Ze zouden allemaal meegedaan hebben aan de ongeregeldheden op 13 april 2001 in Kootwijkerbroek. De rellen begonnen nadat de toenmalige minister van Landbouw besloot een groot deel van het vee in Kootwijkerbroek preventief te ruimen.

De zaak was eerder aangehouden om verschillende getuigen te horen bij de onderzoeksrechter, maar de officier van justitie kon niks anders dan vrijspraak vragen. Ze kon niet bewijzen dat de zes, variërend in de leeftijd van 23 tot 44 jaar, werkelijk betrokken waren bij de ongeregeldheden in Kootwijkerbroek.

Het vonnis van de politierechter werd door de aanwezigen met een applaus beloond.