Dat hebben minister Hirsch Ballin en staatsecretaris Albayrak van Justitie woensdagmorgen besloten. De vrijlating van de Haagse verpleegster volgt op een woensdagmorgen gepresenteerd rapport van advocaat generaal mr. G. Knigge bij de Hoge Raad.De magistraat is van mening dat het bewijs dat het Haagse gerechtshof tegen de Haagse verpleegkundige Lucia de B. in stelling bracht, niet deugt. Hij bereidt een verzoek tot herziening van de zaak voor. Daar moet de Hoge Raad later nog een beslissing over nemen. De kans lijkt zeer groot dat de zaak opnieuw door een gerechtshof wordt behandeld.

Belangrijkste conclusie van advocaat generaal Knigge is dat bewijsvoering rond de dood van het 4 jarige meisje Amber Zuiderwijk niet deugt. Het kind overleed in september 2001 in het Haagse Juliana Kinderziekenhuis. Het gerechtshof in Den Haag achtte bewezen dat ze overleed als gevolg van een door Lucia de B. toegediende overdosis van het hartmiddel digoxine.

Advocaat generaal Knigge maakt echter korte metten met dat bewijs. De magistraat wijst op het inzicht van prof. J. Meulenbelt, hoofd van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, dat deel uitmaakt van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Meulenbelt acht een natuurlijke doodsoorzaak (uitputting door zuurstoftekort) het „meest waarschijnlijk.” Ook stelt Meulenbelt dat het door het gerechtshof gebruikte bloedmonster „niet representatief” is.