Het geheim van Wayame
Zet een baal stro of een droge takkenbos in een vuurzee en zie wat er gebeurt: binnen de kortste keren vatten stro en takken vlam. Het Ambonese dorp Wayame was zo’n strobaal toen het tijdens de burgeroorlog tussen moslims en christenen werd omringd door een verwoestende vuurbrand van dood en verderf. En toch vatte Wayame geen vlam, al scheelde het af en toe niet veel. Wat was het geheim van Wayame?
Om vanuit Ambon-stad in Wayame (zo’n 1100 inwoners) te komen, moet je eerst om de baai heen die tussen de twee plaatsen in ligt. Sneller is een oversteek met de veerboot. Hier, aan de overkant van de baai, begint het eiland Leihitu, dat qua aantal gedomineerd wordt door moslims. Christelijke bewoners hadden het ten tijde van de oorlog niet breed vanwege de massale aanvallen van islamitische dorpsbewoners op hun woongebieden. Terwijl we de overtocht over de baai maken, vertelt een passagier over die afschuwelijke eerste weken waarin dorpen in vlammen opgingen. „Je zag hier aan de waterkant gevluchte christelijke familes hun bezittingen in zee dumpen: dure auto’s, tv-toestellen, koelkasten. De mensen waren hun huizen kwijt, maar gunden hun islamitische rivalen niet de rest van huisraad.” Glimlachend voegt ze eraan toe: „Nadat het hier weer tot rust was gekomen, zag je op diezelfde plek families dreggen, om hun spullen weer uit het water te halen”.Wayame, een dorp met zo’n 1100 inwoners, waarbij de verhouding tussen moslims en christenen ongeveer gelijk is, straalt op de middag dat we er rondlopen een en al gezapigheid uit. Wat wil je? De temperatuur ligt rond de 30 graden en vanwege de vochtige atmosfeer voelt dat beklemmend aan. Het is een fraai dorp met veel groen tussen de huizen en omdat er net een fikse regenbui overheen is gegaan, oogt alles er fris en fleurig.
Op onze tocht naar het huis van het voormalige dorpshoofd Kanes Amanupunnjo, passeren we een afgebrand huis. Was het hier tóch niet zo vreedzaam als iedereen wil doen geloven? Extra reden om snel Amanupunnjo op te zoeken, omdat hij ten tijde van de burgeroorlog hier de leiding in handen had.
Het vroegere dorpshoofd ontvangt ons in zijn knusse huisje aan de rand van het dorp. De decoraties aan de muren van de woonkamer verraden zijn geloof. Zo bedekt een groot kleurig schilderij met daarop Jezus in de Hof van Gethsémané, een van de wanden. Aan een andere muur hangt een crucifix. Het zijn voorbeelden van de geheel eigen wijze waarop protestantse christenen die behoren tot de Gereformeerde Kerk van de Molukken (GPM) hun geloof tot uiting brengen.
„Toen de burgeroorlog in januari 1999 uitbrak en het geweld zich over de Molukken verspreidde, was ook hier de spanning te snijden”, vertelt Amanupunnjo. „Van alle kanten kwamen berichten over gruwelijke moorden, brandstichtingen en opgejaagde burgers. Het geweld kon ook hier ieder moment uitbreken. We hebben toen als dorpsbestuur alle bewoners bij elkaar geroepen, en hen voor de keus gesteld: Als wij in harmonie willen blijven leven, dan moeten we elkaar nu vasthouden en elkaar blijven vertrouwen. Wat willen jullie? Dood en verderf, of vrede en rust? Iedereen wist daarop wel het antwoord, en daarop zijn we verder gaan bouwen.” Om de daad bij het woord te voegen beklom een moslimgeestelijke direct daarna op zondag de preekstoel in de kerk en beloofde de aanwezige christenen dat ’zijn’ moslims niets tegen christenen zouden ondernemen. Op vrijdag stapte de plaatselijke predikant de moskee binnen met eenzelfde vredelievende boodschap.
Een volgende stap was het samenstellen van een soort crisisteam, bestaand uit tien christenen en tien moslims, en dat onder de naam ”Team 20” al snel een begrip werd in Wayame en omgeving. Omdat Amanupunnjo in die tijd jeugdleider was binnen de kerk, werd hij tot teamleider benoemd - iedereen wist immers dat het in bedwang houden van de moslim- en christenjongeren tot een van de cruciale taken zou gaan behoren.
De beul
Met Amanupunnjo had het team een goede keus gemaakt, bleek algauw. Met een glimlach zegt hij zelf: „Ik stond bekend als ”de beul van Wayame”, omdat ik bikkelhard optrad tegen jongeren die zich te buiten gingen aan opruiing of regelrecht geweld. Een van de eerste maatregelen was het aan banden leggen van het alcoholgebruik - vaak een van de belangrijkste oorzaken van geweld. Alcoholische dranken zamelden we in en bewaarden we onder de preekstoel in de kerk.” Verder werden alle wapens uit het dorp verbannen.
Maar in zijn eentje kon Amanupunnjo natuurlijk de vrede niet bewaren. Wie zich misdroeg jegens de andere geloofsgroep, zo werd afgesproken met alle dorpsbewoners, zou door geloofsgenoten genadeloos worden afgestraft. En dat waren geen lege beloften. Zo vertelt Amanupunnjo dat een dronken moslim een keer is afgerammeld door zijn geloofsgenoten. Een christenjongere die zijn woede over de dood van familieleden elders in de Molukken koelde met een stenenregen op de moskee, kon rekenen op een pak slaag van kerkleden uit het dorp.
Om de discipline te bewaren riep Team 20 twee keer per week een vergadering van dorpsbewoners bijeen - op zondag op het kerkplein en op vrijdag voor de deur van de moskee. Daar maakten de teamleden melding van de verschrikkingen die plaatsvonden in de Molukken, met aansluitend de retorische vraag richting het toegestroomde publiek: willen wij dat hier ook laten gebeuren?
De belangrijkste taak van het team werd het ontzenuwen van geruchten over moordpartijen en ophanden zijnde aanvallen op het dorp. Zodra zoiets de ronde deed, rukten leden van het team uit om de bron van een gerucht op te sporen en te verifiëren. De moord op een moslim bijvoorbeeld, die voor islamitische dorpelingen reden was om naar Wayame op te rukken. Uit onderzoek bleek echter dat niet een christen, maar een islamitische zwager van de vermoorde man de dader was.
Om deze en andere geruchten te ontzenuwen, gingen moslims naar moslimdorpen, christenen naar dorpen van hun geloofsgenoten. Mede dankzij de inzet van mobieltjes ontstond zo een efficiënt systeem om geweld voortijdig de kop in te drukken, want loze geruchten bleken meermalen de oorzaak van oplaaiende woede en groeiend wantrouwen in het dorp. Met vijandelijke moslimdorpen kwam op die manier een soort diplomatieke relatie tot stand, en ook dat heeft volgens Amanupunnjo heel wat aanvallen en moordpartijen in de kiem gesmoord.
Toch bleef het diverse keren niet bij geruchten, maar had Wayame te maken met concrete aanvallen door met name islamitische vechtersbazen van buiten het dorp. Amanupunnjo herinnert zich nog levendig de nachtelijke aanval vanuit de baai, toen moslims per speedboot aanmeerden en het dorp binnendrongen. De islamitische leden van Team 20 hadden heel wat overredingskracht nodig om de heethoofden tot bedaren te brengen, en -met hulp van toegesnelde militairen die in de buurt van het dorp gelegerd waren- terug te dringen. De schade bleef beperkt tot één woning, het huis van de koster, dat in brand werd gestoken.
In 2001 was de spanning te snijden toen strijders van de moslimorganisatie Laskar Jihad het dorp binnendrongen en de moslims sommeerden zich tegen de christenen te keren. Ook toen moesten de Team 20-moslims uitrukken om te bemiddelen. Twee jaar later werd een christelijke jongen uit Wayame door moslims vermoord toen hij per brommer op weg was naar Poso, enkele kilometers verderop. Opnieuw liepen de gemoederen in het dorp hoog op, maar doordat ook de moslims in Wayame zich over de rouwende familie ontfermden, bleven wraakacties uit.
Wonder van God
Wat het geheim was van Wayame ten tijde van de Molukse verschrikkingen? Amanupunnjo trekt zijn schouders op en zegt: „De Bijbel leert ons te bidden en te werken, en dat hebben wij hier gedaan. Binnen het team vertrouwden we elkaar volledig, en dat maakte dat we als één man konden optreden. Daardoor konden we haatzaaiers ook keihard en consequent aanpakken.” „Maar”, voegt hij eraan toe, „ik heb het echt als een wonder van God ervaren dat we elkaar zo vast konden houden, want vanzelfsprekend was dat zeker niet.”
Team 20 bestaat nog altijd en de leden komen soms nog bijeen. Een speciale taak hebben ze niet meer. Toch is hun betekenis nog niet uitgewerkt, is Amanupunnjo’s overtuiging. „De geest van saamhorigheid heeft het team doorgegeven aan de bevolking, vandaar de goede relatie die hier nog altijd bestaat tussen moslims en christenen.”
Zijn woorden worden enigszins genuanceerd wanneer we het dorp weer uitlopen en -dit keer met de koster van de kerk aan onze zij- opnieuw diens afgebrande huis passeren. Wat er toen precies is gebeurd, willen we weten. De koster glimlacht en zegt: „Dat kan ik hier op straat niet zomaar openlijk vertellen - veel te gevoelig.”
Dit is het vierde artikel in een serie over moslims en christenen op Ambon.