Huizinga kon donderdagmorgen ontspannen vanuit haar ministerie naar de Tweede Kamer rijden. Eerder moest ze regelmatig met de Kamer in debat over lastiger dossiers, zoals de invoering van taxameters(sic) en de problemen met de OV-chipkaart. De oppositie probeerde haar het vuur na aan de schenen te leggen. SP-Kamerlid Roemer dreigde zelfs een keer met een motie van wantrouwen.Van zulke hectiek is donderdag absoluut geen sprake. „De watervisie is in de Kamer positief ontvangen”, aldus een tevreden staatssecretaris. „Wat erin staat, wordt breed gedragen.”

Tegelijkertijd is er ook kritiek. De visie zou te weinig concreet zijn.
„De watervisie geeft kaders aan. De centrale vraag in de visie is: Hoe maken we Nederland op het gebied van water toekomstbestendig? Er komen door klimaatverandering grote uitdagingen op ons af: de zeespiegel stijgt, er stroomt meer water door de rivieren. Rekening houden met water wordt steeds belangrijker. In de visie benoemen we al concrete zaken, zoals de toekomst van het IJsselmeergebied en de Afsluitdijk, maar echt concreet wordt het waterbeleid pas later dit jaar in het Nationale Waterplan.”

Kunt u ons daarin alvast een inkijkje geven?
„Nog niet. We zijn daar nog heel hard mee aan het werk.”

Welk stempel heeft de ChristenUnie gedrukt op de watervisie?
„Laat ik allereerst benadrukken dat de visie gedragen wordt door het hele kabinet. Maar misschien is het wel aan de invloed van de ChristenUnie te danken dat het wereldwijd verspreiden van onze kennis over water een van de speerpunten is geworden. De ChristenUnie vindt internationale solidariteit en barmhartigheid heel belangrijk. Daarom stellen wij onze expertise ter beschikking aan landen als Indonesië en Bangladesh. Mijn ministerie werkt ook samen met Ontwikkelingssamenwerking aan verbetering van sanitatie in ontwikkelingslanden.

Ik heb de watervisie met heel veel plezier geschreven. Je wordt echt trots op je land als je ziet hoe goed wij de waterveiligheid op orde hebben. Het is niet voor niets dat wij daar wereldwijd om bekendstaan.”

Nederlandse baggerbedrijven speculeren regelmatig over de aanleg van een kunstmatig eiland voor de kust. Hoe kijkt u daar tegen aan?
„Ik wacht het rapport van de commissie-Veerman af, die mij moet adviseren over waterveiligheid op lange termijn. Hoe realistisch het is om een eiland aan te leggen voor de kust waarop mensen kunnen wonen en recreëren, weet ik niet. Onze insteek zal vooral zijn: hoe kan de kust het beste worden beveiligd? En kunnen we dat zo doen dat de natuur en de economie er ook bij gebaat zijn? Welke oplossingen daar het beste bij passen, hebben we nog niet bepaald.”

Voorzitter S. Schaap van de Unie van Waterschappen laakt de innovatieve plannen die de ronde doen. Hij vindt de bouw en versterking van dijken nog steeds de beste oplossing tegen overstromingen.
„Veiligheid blijft voor mij prioriteit, maar we moeten ook kijken naar natuur en economie. De Deltawerken hebben bijvoorbeeld negatieve effecten op de natuur. De commissie-Veerman doet mij straks een voorzet voor mogelijke oplossingen. Het is best mogelijk dat Veerman zegt dat de oude en vertrouwde manier van dijken versterken nog steeds voldoet. Ik ga ervan uit dat zijn commissie in de tweede helft van dit jaar met een gezaghebbend advies komt. Dat zullen we heel serieus nemen.”

De Afsluitdijk is aan een opknapbeurt toe. Is al duidelijk wat daarmee gaat gebeuren?
„De Afsluitdijk is een mooi voorbeeld van een multifunctionele manier om Nederland te beveiligen tegen wateroverlast. De dijk zorgt voor bescherming én verbindt Friesland en Noord-Holland met elkaar. Mogelijk kunnen we de dijk ook gaan inzetten voor het opwekken van duurzame energie. Daarvoor zijn prachtige mogelijkheden die we niet moeten laten liggen. De plannen voor de Afsluitdijk lopen behoorlijk uiteen. Eind dit jaar selecteert een werkgroep alle kansrijke ideeën, waar ik er dan samen met de regio een paar uit kies. Dan wordt duidelijk wat we met de Afsluitdijk gaan doen.”