Bond tegen vloeken verbolgen over Gsus
De Bond tegen het vloeken waarschuwt tegen het kledingmerk Gsus. „De naam van Jezus mag niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt”, vindt de bond.
Gsus (in het Engels uit te spreken als ”Jesus”) wordt op de markt gebracht door een in Amsterdam gevestigd bedrijf. Het misbruikt naar de mening van de Bond tegen het vloeken niet alleen de naam van Jezus, maar bedient zich ook van een religieus symbool: de doornenkrans.
Het merk, dat in 1993 werd gelanceerd in een Arnhemse winkel, heeft een enorme groei doorgemaakt. Het is tegenwoordig in tientallen landen verkrijgbaar, tot in Australië en de Verenigde Staten toe. Vooral onder jongeren is het merk zeer populair.
Jan Schrijver, een van de oprichters van het bedrijf, zegt dat de naam Gsus „iets provocerends” heeft. „Toch is niet voor de naam gekozen om tegen christenen aan te schoppen. De naam past in een bepaalde stijl die onze doelgroep herkent.”
Hij zegt tot nu toe weinig klachten te hebben gekregen. „Als ouders bij ons informeren wat ze met die naam aan moeten, leggen we dat graag uit. Dan zijn ze meestal gerustgesteld.”
Bij de Bond tegen het vloeken kan het verweer van Schrijver de bezwaren niet wegnemen. „Het is allerminst onschuldig. De doornenkrans als symbool wijst op een bepaalde bedoeling. De website van het bedrijf ondersteunt die gedachte. Personeel wordt in het Engels aangeduid als discipelen. Dat is veelzeggend.”
Schrijver zegt dat dit wel eens is gebeurd, maar dat hij daar niet gelukkig mee was. Zijn bedrijf maakt wel vaker gebruik van religieuze namen. „Een andere naam van ons is Gsus Original Denim. Als je daar de eerste letters van neemt, ontstaat een naam die bij bepaalde mensen wellicht ook niet zo goed zal vallen.”
NRC Handelsblad schreef al in 1996 over Gsus: „Opmerkelijk bij deze pop art-aanpak is de godslasterlijke inslag van Gsus, die niet alleen blijkt uit de naam maar ook uit het gouden geborduurde embleem: een doornenkrans. Jan Schrijver, die katholiek werd opgevoed, wil hiermee op twee manieren provoceren: enerzijds misbruikt hij de religieuze symboliek, anderzijds introduceert hij bijbelse motieven in de liederlijke housecultuur.”