Een week geleden werd bekend dat investeringsbank JP Morgan concurrent Bear Stearns zou overnemen. Bearaandeelhouders kregen twee dollar voor hun aandelen uitgekeerd in JP Morganaandelen. De Federal Reserve (Fed) garandeerde tegelijkertijd een krediet van 30 miljard dollar voor JP Morgan om eventuele problemen op te vangen van de „risicovolle portefeuilles” van Bear Stearns. Met andere woorden: de goedkope hypotheken waar Bear Stearns zwaar op gegokt had.Enkele grote aandeelhouders waren niet blij met deze „uitverkoop” van Bear Stearns en dreigden met een tegenbod. Na overleg met de Fed en met minister van Financiën Henry Paulson besloot JP Morgan het bod op Bear Stearns te verhogen van 2 naar 10 dollar per aandeel. „In feite nog een koopje en het verandert weinig aan het verwijt van sommige analisten dat de belastingbetalers (via eerdergenoemd Fed-krediet voor JP Morgan, red.) mogelijk opdraaien voor het wanbeleid van Bear Stearns”, meent economisch analist David John van de Heritage Foundation.

Minister Paulson verdedigt de verkoop van Bear Stearns echter als een operatie die in eerste instantie bedoeld was om verdere paniek op de financiële markten te voorkomen. „Dat is gelukt, zij het dat de aandeelhouders van Bear Stearns, of zij nu 2 of 10 dollar voor hun aandeel krijgen, voor deze stabiliteit zwaar hebben moeten betalen”, aldus Paulson maandag tegenover NBC-News.

Het feit dat JP Morgan bereid is om dieper in de beurs te tasten en het goede nieuws van de huizenmarkt -lange tijd beschouwd als de barometer van devertragende economie in Amerika- leidde tot een optimistische reactie van Wall Street. De Dow Jones Average steeg met 187,32 punten (1,52 procent) en eindigde op 12.548,64 punten. De Standard & Poor’s-500 steeg met 20,37 punten (1,53 procent) en sloot af op 1.349,88 punten, terwijl de Nasdaq met 68,64 punten omhoogging (3,04 procent) en de dag eindigde op 2.326,75 punten.