Het Rompert Park zit in de schaduw
Een nieuw te bouwen bejaardenflat dreigt een rij bewoners in ’s-Hertogenbosch letterlijk in de schaduw te zetten. De uitbreiding past binnen het bestemmingsplan, maar wordt het spel zuiver gespeeld?
Een onbekommerd bestaan, waarin genieten van de zonnestralen en van de lommerrijke omgeving de boventoon zou voeren. Dat stond Bosschenaar Henk voor ogen toen hij neerstreek in het Rompert Park in ’s-Hertogenbosch. Het rechtsgevoel in hem ontwaakte toen hij lucht kreeg van de uitbreidingsplannen van De Clockenweerde, het tegenover zijn huis gelegen woon-zorgcentrum. Veertig op elkaar te bouwen appartementen (aanleunwoningen) met een zorgvoorziening én uitbreiding van de algemene voorzieningen in het park aan de overkant van de weg. Kon dat zomaar?„Niets tegen te doen, Henk”, zeiden de kennissen die hij naar de plannen liet kijken. „De nieuwbouw past binnen het bestemmingsplan.” Volgens het plan ”Hambaken 1973” rustte op het bouwperceel inderdaad de bestemming ”Voorzieningen ten algemenen nutte en bijzondere doeleinden.”
„En toch”, zegt de Bosschenaar, gezeten in de kantine van de Raad van State, „kreeg ik het gevoel dat er werd gerommeld, dat ik in een procedure niet kansloos zou zijn.”
Het eerste bouwplan van het woon-zorgcentrum baarde in het Rompert Park weinig opzien. „Een woontoren van twaalf lagen, die trapsgewijs afliep. Voor de bezonning en onze privacy ideaal.”
Clockenweerde en de gemeente trokken het plan echter in, voor zover hij begreep uit vrees dat de bouwtekening niet helemaal voldeed aan de regels. „Het onderste, uiterste puntje van de woontoren viel net buiten het bestemmingsplan.”
Net toen nieuwbouw definitief van de baan leek, kwam de nieuwe versie. Daarin was de toren niet langer getrapt, maar recht. Duidelijk werd toen ook welke ”algemene voorziening” van het woon-zorgcentrum uitgebreid zou worden: het restaurant.
In de maanden daarna rook het Rompert Park onraad. „Belangrijke stukken werden min of meer heimelijk gepresenteerd, bijvoorbeeld in de zomermaanden. En we kregen ontwijkende antwoorden als we vroegen: Wat gebeurt er met de bomen in het park? En, wie mogen straks gebruikmaken van het restaurant?”
De jurist die de verontruste omwonenden inhuurde, formuleerde twee grieven. „De afgegeven bouwvergunning sprak over sociale instellingen, maar volgens ons waren het woningen. En 116 parkeerplaatsen op het terrein leek ons veel te weinig wanneer ook anderen dan de bewoners hun warme maaltijd zouden gaan nuttigen in dat restaurant.”
Een procedurele kwestie was dat het college van ’s-Hertogenbosch vrijstelling voor de bouw verleende op basis van lid 1 van artikel 20 van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO), dat vrijstelling voor een woongebouw regelt. Maar volgens het college waren de woningen sociale instellingen, dus daar had het eerste in plaats van het derde lid moeten staan, „vrijstelling voor een ander gebouw.”
De rechtbank in ’s-Hertogenbosch waar we eerst naar toegingen, veegde de grieven resoluut van tafel, zegt de inwoner van de Brabantse stad, nog altijd geërgerd. „Maar als je het gevoel hebt dat ze je bedotten, word je vanzelf standvastig. Daarom zitten we nu hier”, verklaart hij zijn aanwezigheid bij de hoger beroepsinstantie, de Raad van State in Den Haag. Ook de raad vindt de woontoren echter een sociale instelling „nu die appartementen bestemd zijn om uitsluitend te worden bewoond door ouderen die over een zorgindicatie beschikken.” Parkeeroverlast rond etenstijd ligt evenmin in het verschiet, want het college heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het restaurant niet als wijkvoorziening gaat fungeren, aldus de raad.
„Alle moeite voor niets”, zucht de inwoner van het Rompert Park niet lang na de uitspraak, waarbij hij onderstreept dat de raad hem in de procedurele kwestie gelijk geeft. De vrijstelling had inderdaad op het derde in plaats van het eerste lid artikel 20 WRO moeten worden verleend. Een papieren overwinning, zegt hij, „want als het college de afgegeven vergunning vernietigt, mag de bouw van de Raad van State gewoon doorgaan. Alle bomen rond de nieuwbouw zijn gekapt, het weggetje naar het park staat dagelijks vol auto’s en het zonnetje zijn we kwijt.”