Buitenland

Vietnam herdenkt bloedbad van My Lai

Lawrence Colburn keerde zaterdag terug naar My Lai en vond hoop op de plek van de beruchtste moordpartij uit de Vietnamoorlog.

Ben Stocking (AP)
17 March 2008 09:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:38

In My Lai werd Colburn herenigd met Do Ba. Colburn vond hem op 16 maart 1968 in een greppel, waar het 8-jarige jongetje zich vastklampte aan het lichaam van zijn moeder. Meer dan honderd mensen, bijna allemaal vrouwen, kinderen en bejaarden, lagen in de greppel, doodgeschoten door Amerikaanse soldaten.Colburn maakte deel uit van de helikopterbemanning die de slachtpartij beëindigde. „Ik zie Do Ba hier nu met een vrouw en een kind”, zei Colburn. „Hij is het perfecte voorbeeld van de wil tot overleven.”

Hij, Ba en honderden anderen herdachten zaterdag en zondag het bloedbad in My Lai, een van de grimmigste gebeurtenissen uit de oorlog in Vietnam. Amerikaanse soldaten schoten tot 500 ongewapende dorpelingen dood. De schok in de VS was groot en het verzet tegen de oorlog, die in 1975 eindigde met de inname van Saigon door communistische troepen, nam toe.

Boeddhistische monniken gingen de rouwenden zaterdag voor in het gebed bij het museum. Zondag had een officiële herdenkingsplechtigheid plaats.

Een van de rouwenden was Ha Thi Quy. De 83-jarige overlevende van de slachtpartij lijdt onder angsten en depressie. De soldaten schoten haar in het been en doodden haar moeder, dochter en zoon. Haar man overleed later aan zijn verwondingen en een andere zoon moest een arm en een been laten amputeren. Quy overleefde omdat ze onder een stapel lichamen lag. Foto’s van haar geliefden heeft ze niet, want de soldaten staken haar huis in brand.

„De Amerikanen moeten stoppen met het voeren van oorlogen zoals die in Vietnam”, zei Quy. „Mijn kinderen waren onschuldig, maar die Amerikaanse soldaten vermoordden hen.”

Het bloedbad doet Colburn denken aan de foto’s van martelingen in de gevangenis Abu Ghraib in Irak. „We zouden moeten leren van de fouten van het verleden, maar we blijven dezelfde fouten maken”, zei de 58-jarige Colburn, eigenaar van een bedrijf dat medische goederen levert. „Dat maakt My Lai vandaag de dag belangrijker dan ooit tevoren.”

De journalist Seymour Hersh bracht het bloedbad aan het licht. Ook hij ziet overeenkomsten met Abu Ghraib, waarover hij eveneens veel schreef. Maar het Amerikaanse publiek reageerde veel furieuzer op My Lai dan op Abu Ghraib, zei Hersh. „Het is verbazingwekkend hoeveel impact My Lai had en hoe weinig Abu Ghraib. We moeten het aan de historici overlaten om erachter te komen waarom dat is.”

Op die ochtend veertig jaar geleden vloog Colburn met zijn kameraden Hugh Thompson en Glenn Andreotta op een verkenningsmissie over My Lai. Ze zagen dat Amerikaanse soldaten zich vergrepen aan ongewapende burgers. Zonder dat ze waren aangevallen, waren de soldaten begonnen de inwoners van My Lai neer te schieten. Ze waren op een ”search and destroy”-missie, maar gefrustreerd omdat ze de guerrillastrijders van de Vietcong die ze zochten niet konden vinden.

Colburn en zijn twee kameraden landden met hun helikopter tussen de soldaten en de dorpelingen. Terwijl Colburn en Andreotta hem dekking gaven, overtuigde Thompson de soldaten ervan dat ze moesten ophouden met moorden.

Andreotta en Colburn vonden Ba in de greppel en brachten hem naar het ziekenhuis. Ba trok in bij zijn tante in My Lai en op zijn 18e ging hij naar Saigon, nu Ho Chi Minhstad, waar hij in een elektronicafabriek werkt. Drie jaar geleden trouwde hij; zijn vrouw en hij hebben een dochter van veertien maanden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer