Colombia beloont moordenaar FARC-leider
De Colombiaanse minister van Defensie Juan Manuel Santos heeft vrijdag besloten maximaal 1,8 miljoen euro uit te betalen aan een spijtoptant van de FARC, die zijn voormalige commandant Ivan Rios doodde en diens afgehakte hand opstuurde als bewijsstuk.
Drie anderen krijgen ieder ook een deel van de premie, omdat ze tips hadden gegeven over de verblijfplaats van de rebellenleider Rios. Maar het debat over de vraag of premies niet aanzetten tot moord verhevigt. Kritische columnisten in Colombia noemen de premies bloedgeld.De dood van Rios, die deel uitmaakte van de junta die leidinggeeft aan de FARC, was een grote slag voor de rebellenbeweging, die een week eerder al onder vuur kwam op Ecuadoraans grondgebied. Bij die aanval kwamen Raul Reyes, de woordvoerder van de FARC, en 24 andere rebellen om.
De afvallige rebel, Pablo Montoya, zei uit zelfverdediging gehandeld te hebben omdat hij vermoedde dat Rios hem wilde doden. Montoya vermoordde Rios en zijn vriendin in hun slaap en sloeg toen op de vlucht, met medeneming van usb-sticks, paspoorten en de hand van Rios.
Minister Santos zei dat Montoya beloond wordt voor de informatie op de usb-sticks. Maar sommige Colombiaanse juristen willen dat onderzocht wordt of Montoya vervolgd kan worden voor moord. Zelfs president Alvaro Uribe zei vorige week: „Een rechtsstaat kan geen massamoorden aanmoedigen.”
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een beloning van 3,2 miljoen euro uitstaan voor informatie over de verblijfplaats van elk van de zeven leiders van de FARC. Of het ministerie bereid is om Montoya te betalen is onbekend.
Intussen hebben de Venezolaanse president Hugo Chavez en zijn Colombiaanse collega Uribe verdere stappen naar verzoening gezet, zo maakten de regeringen van beide landen donderdagavond bekend. Chavez belde met Uribe voor een afspraak om elkaar snel weer eens te ontmoeten. Uribe ging akkoord.
De diplomatieke crisis tussen de beide landen lijkt daarmee te zijn geluwd. Minder dan twee weken geleden maakte Chavez Uribe nog uit voor „leugenaar, crimineel, maffioso” en „schoothondje” van de VS. Nu willen de regeringen verbetering van de verhoudingen die verstoord raakten toen Colombia een aanval uitvoerde in de Ecuadoraanse jungle.
In de dagen die volgden op de aanval, die 25 rebellen het leven kostte, stuurden Venezuela en Ecuador troepen naar de Colombiaanse grens. Chavez’ regering reduceerde de handel met Colombia, terwijl dat land beweerde op een buitgemaakte laptop bewijs te hebben gevonden dat Chavez nauwe banden onderhield met de Colombiaanse FARC-rebellen.
Bij een Latijns-Amerikaanse top vorige week voerden de presidenten van de drie landen nog gespannen gesprekken, maar die eindigden in ferme handdrukken nadat Uribe beloofd had het nooit meer te doen. Daarop heropende Venezuela de net gesloten ambassade in Bogota en werden de diplomatieke banden weer genormaliseerd, want ook de door Chavez uitgezette Colombiaanse diplomaten waren weer welkom in Venezuela.
Chavez en Uribe zijn politieke tegenpolen: Uribe is Washingtons trouwste bondgenoot in heel Zuid-Amerika, terwijl Chavez de meest uitgesproken criticus van de VS in de regio is. Toch onderhielden de twee tot eind vorig jaar een hartelijke verstandhouding. De stemming sloeg om toen Chavez in november wilde bemiddelen in een ruil van gevangen rebellen tegen gijzelaars van de FARC. Uribe wilde dat tegenhouden.
Om de oorlogszuchtige taal tussen Colombia en Venezuela te pareren organiseert een keur aan Latijns-Amerikaanse popmusici morgen de manifestatie Vrede zonder Grenzen, op een brug over een rivier die de twee landen scheidt.
Wanneer de twee presidenten elkaar precies ontmoeten is niet bekend.