„NAVO niet rijp voor uitbreiding”
Bij de uitbreiding van de NAVO wordt te veel gekeken of kandidaat-lidstaten al rijp zijn om met het Grote Westen mee te doen. Maar als de huidige bondgenoten zich afvragen of ze zelf klaar zijn om nieuwe kandidaten te verwelkomen, zullen ze zien dat dit niet zo is. „Er valt nog veel huiswerk te doen.”
De Atlantische Commissie had vrijdag voor haar bijeenkomst over de uitbreiding van de NAVO Willem Matser uitgenodigd, speciaal adviseur van secretaris-generaal Lord George Robertson. Matser kondigde aan het begin van zijn voordracht aan dat hij „op persoonlijke titel sprak” en ook „was ingehuurd om politiek incorrecte dingen” te zeggen. Of Matser „op ambtelijke titel” hetzelfde zegt, is moeilijk te controleren, maar politiek correct was hij beslist niet.
De NAVO heeft in 1999 drie nieuwe lidstaten verwelkomd: Polen, Tsjechië en Hongarije. In mei en november volgend jaar besluit het bondgenootschap over de toetreding van maar liefst nog negen landen: de drie Baltische staten Estland, Letland en Litouwen; de Balkanlanden Albanië, Macedonië, Slovenië; en verder Roemenië, Bulgarije en Slowakije. Er wordt nog druk gepraat, geschreven en gedacht of al deze negen landen al ’groot genoeg’ zijn om zich bij de NAVO-kring aan te sluiten.
Geen consensus
Wat Matser stoort, is dat de negentien NAVO-lidstaten gewoon doorgaan met het spreken over uitbreiding en toekomstplannen, terwijl er voor het bondgenootschap nog steeds geen goede taakomschrijving is. „Als we een brede veiligheidsorganisatie willen zijn, moeten we toch weten wat veiligheid is. Maar consensus over deze definitie bestaat in de verste verte niet. Waarom niet? In de negentien hoofdsteden zit men niet op één lijn.”
Volgens Matser zou de NAVO in de strijd tegen het terrorisme ook een veel grotere mond tegen Amerika moeten opzetten. „Sinds ons besluit dat we op grond van artikel 5 van ons Handvest Amerika zouden steunen, zijn we voor onze informatie afhankelijk van de tv-zender CNN. Washington beschouwt ons duidelijk niet als een volwaardige partner. We zijn zelf nog lang niet rijp genoeg om er nieuwe landen bij te nemen.”
Matsers stelling dat de NAVO-landen zelf nog niet klaar zijn voor uitbreiding, was een uitdagende reactie op een eerdere voordracht van prof. Peter Volten. Deze directeur van het Groningse Centrum voor Europese Veiligheidsstudies presenteerde gisteren een studie waarin het gaat over de vraag in hoeverre de militaire organisatie in de negen kandidaat-lidstaten volwassen genoeg is om in de NAVO te kunnen deelnemen. De conclusie is dat Albanië en Macedonië in elk geval nog niet klaar zijn. „Zij hebben hun binnenlandse veiligheid nog lang niet op orde. Ze moeten eerst een interne stabiliteit hebben.”
Ook benadrukte prof. Volten dat het toetreden tot de NAVO meer is dan het lidmaatschap van een militair bondgenootschap. „Het is de poort naar de westerse wereld. De NAVO is inmiddels evenzeer een diplomatieke en politieke organisatie en hoort bij een democratische rechtsstaat met een vrije markt.”
Nuloptie
Tot afgelopen zomer werd er in diplomatieke kringen nog rekening mee gehouden dat de NAVO volgend jaar geen nieuwe lidstaten zou toelaten. De reden was de gevoelige relatie met Rusland, dat er niet enthousiast over is dat veel oud-Oostbloklanden, inclusief de Baltische staten, gaan meedoen. „Deze nuloptie is nu van tafel”, zo verzekerde secretaris-generaal Frank Majoor van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens Matser is er binnen Rusland echter behoefte aan duidelijkheid. „Als de NAVO de uitbreiding met de Baltische staten wil, moet ze die doorzetten, uiteraard wel in goed overleg met Moskou. Wat Rusland zelf betreft, Poetin heeft onlangs heel duidelijk gezegd dat hij niet geïnteresseerd is in lidmaatschap van de NAVO. Dat hoeven we hem dan ook niet aan te bieden.”