Aartsbisschop Mosul dood aangetroffen
MOSUL - De Chaldeeuwse aartsbisschop van Mosul, Paulos Faraj Rahho, die op 29 februari werd ontvoerd, is donderdag dood aangetroffen in de buurt van de Noord-Iraakse stad. Onduidelijk is nog of hij is vermoord of overleden als gevolg van zijn zwakke gezondheid.
Het lichaam van de aartsbisschop werd gistermiddag rond twee uur gevonden, aldus de Chaldeeuwse voorganger Louis Sako uit Kirkuk tegen de Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct. Niet bekend is wanneer de geestelijke is overleden.Christenen uit de Noord-Iraakse stad Mosul, het Bijbelse Ninevé, ontdekten het lichaam van de aartsbisschop op een begraafplaats, verklaarde een priester uit de stad tegen Compass.
Het was de Italiaanse rooms-katholieke nieuwsdienst SIR die het nieuws over de dood van Rahho donderdag als eerste bracht. De dienst citeerde bisschop Shlemon Warduni uit Bagdad, die aangaf dat de kidnappers woensdagmorgen hadden gebeld met de mededeling dat Rahho ernstig ziek was. Diezelfde middag meldden ze dat de aartsbisschop was overleden. Volgens Warduni gaven de terroristen ook aan waar diens lichaam te vinden was, maar zeiden zij erbij dat het nog onduidelijk was hoe Rahho was gestorven.
Een arts uit Mosul zei later tegenover The Associated Press dat er op het lichaam van de aartsbisschop geen sporen van geweld te vinden waren.
Al voor zijn ontvoering slikte Rahho medicijnen in verband met hartproblemen. Hij kon ook niet langer dan tien à vijftien minuten achter elkaar staan, aldus een Iraakse geestelijke die de aartsbisschop enkele dagen ervoor nog had gezien. Tijdens zijn kidnapping had Rahho zijn medicijnen niet bij zich.
De ontvoering en het overlijden van de hoge Chaldeeuwse geestelijke hebben christenen in Mosul en Irak als geheel diep geschokt. „Men dwingt ons de stad te verlaten”, zei een priester tegenover Compass. „Als ze nu ook al bisschoppen en priesters vermoorden, vragen mensen zich af: waar blijven wij dan nog?”
De kidnappers stelden „onmogelijke” voorwaarden aan de vrijlating van Rahho. Zo vroegen zij 3 miljoen dollar aan losgeld. Als reden hiervoor voerden zij aan: „Iedereen vecht hier tegen de Amerikanen, maar de christenen doen niets tegen hen, dus zij moeten ons aan geld helpen.”