Politiek

„Onderwijscommissie werd tribunaal”

NIJMEGEN - Het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen bevat geen afgewogen oordeel, „maar een politiek statement.” Dat zei beleidsadviseur drs. R. Zunderdorp, in de jaren negentig nauw betrokken bij de onderwijsvernieuwingen, woensdag tijdens een conferentie op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Meer sprekers kwamen met kritiek.

Onderwijsredactie
13 March 2008 11:44Gewijzigd op 14 November 2020 05:37
Commissie Dijsselbloem - Foto ANP
Commissie Dijsselbloem - Foto ANP

De commissie constateerde vorige maand in het onderzoek „een drieledige vertrouwenscrisis”: tussen overheid en onderwijs, tussen docenten en schoolleiding én tussen samenleving en onderwijs. De conclusies die de commissie trok, worden zeer verschillend gewaardeerd, zo bleek woensdag tijdens de conferentie.Volgens Zunderdorp ging de commissie er bij voorbaat van uit dat de onderwijsvernieuwingen de oorzaak van het ongenoegen in de samenleving over het onderwijs zijn. De commissie was selectief, ging uit van een aantal onwaarheden en ontpopte zich als een tribunaal dat een aantal schuldigen aanwees. „De politiek hoopt zo de kiezersgunst terug te winnen. Omdat de Tweede Kamer zelf boter op het hoofd heeft, had veel beter voor een buitenparlementaire enquête gekozen kunnen worden”, zei Zunderdorp.

Prof. dr. T. A. J. Toonen, decaan aan de Technische Universiteit Delft, noemde de conclusies van de commissie „een recentralistische reflex”, waarbij de scholen opeens weer meer vrijheid krijgen. Hij signaleerde in het commissierapport „de tendens: alles van vroeger is beter.”

Dr. F. J. de Vijlder, lector aan de Nijmeegse hogeschool, vroeg zich af of we niet het risico lopen dat de conclusies uit het onderzoeksrapport de komende jaren als nieuwe dogma’s worden gehanteerd.

PvdA-Kamerlid Dijsselbloem, die de onderzoekscommissie leidde, stelde dat er nieuwe omgangsvormen tussen overheid en onderwijs nodig zijn, te beginnen met een verkenning van de vraag wie waarover gaat. De commissie stelt dat de overheid alleen de inhoud van het onderwijs moet vaststellen en aan de scholen moet overlaten hoe ze die inhoud overbrengen.

Degenen die zeggen dat deze scheiding tussen het wat en het hoe niet aan te brengen is, hebben eigenlijk gelijk, zei Dijsselbloem. „Dit is geen dogma van onze commissie; het is wel een denklijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer