Binnenland

„Ik moet zelf niet de weg op waaien”

VALBURG - Een westerstorm raasde vandaag over Nederland. Wegbeheerders en bergingsbedrijven hebben hun handen vol. „Als de wind onder een lading platen komt, is het einde oefening.”

J. Visscher
12 March 2008 17:33Gewijzigd op 14 November 2020 05:37
VALBURG - Gerard van Denter (links) en Piet van Sandijk transporteren een door de storm afgebroken verkeerspaal naar de kraanwagen.
VALBURG - Gerard van Denter (links) en Piet van Sandijk transporteren een door de storm afgebroken verkeerspaal naar de kraanwagen.

Woensdagmiddag half twee, een tankstation langs de A50 bij knooppunt Valburg. De lucht is grijs, de elementen hebben vrij spel.„Het stormt echt ontichelijk hard”, zegt Gerard van Denter van bergingsbedrijf Van der Tol. Regen striemt de in veiligheidshesje gestoken man in het gezicht. Van Denter heeft zijn kraanwagen aan de zijkant van het tankstation geparkeerd, pal naast de weg. Vlakbij zijn bergingsvoertuig liggen de brokstukken van een verkeersportaal. De ongeveer vijf meter hoge paal, met daarop een digitaal signaleringsbord, heeft het natuurgeweld niet overleefd. Als een luciferhoutje ging het gevaarte tegen de vlakte. Een klein gedeelte van de snelweg bij hectometerpaal 157,9 is daarom met veiligheidspionnen afgezet.

Gewapend met een bedieningspaneel voor de grijparm van de kraanwagen inspecteert Van Denter de schade. Hij durft het niet aan om in zijn eentje de brokstukken, op luttele meters afstand van het voorbijrazende verkeer, naar boven te takelen. „Het mag natuurlijk niet gebeuren dat die paal door de wind zo gaat slingeren dat hij tegen een auto slaat. Ik denk dat we maar even een baantje moeten afzetten.” Met zijn mobiele telefoon informeert hij een wegbeheerder van Rijkswaterstaat.

Met flitsende zwaailichten parkeert weginspecteur Piet van Sandijk van Rijkswaterstaat luttele minuten later zijn robuuste gele Nissan op de vluchtstrook. Na een druk op de knop schuift vanuit de Rijkswaterstaatauto een digitaal bord met daarop de gevaarsdriehoek omhoog. De weggebruikers van de A50 zijn gewaarschuwd.

„Zo houden we werk”, lacht Van Sandijk, voorzien van rode handschoenen.

Samen met de berger zorgt hij ervoor dat de afgebroken verkeerspaal en de brokstukken naar een veiliger plek wordt getakeld. Vier kettingen van de kraanwagen hijsen de paal achterin de laadbak van het bergingsvoertuig.

Van Sandijk weet hoe verraderlijk de rukwinden kunnen zijn. Hij wijst over de snelweg. „Tussen Heteren en Valburg is het landschap langs de weg nogal open. Dan kan de wind onder de lading vliegen. Dan is het einde oefening.”

Vanmorgen om elf uur had de man van Rijkswaterstaat een stormklus te pakken. „De opbouw van een vrachtwagen vloog eraf. Het ding spatte uit elkaar. De ijzeren buizen vlogen over de weg en veroorzaakten schade aan een voorbijrijdende auto. De voorkant van dat voertuig was flink beschadigd. Gelukkig bleef het bij materiële schade.”

Een collega van Van Sandijk moest vanmorgen rond vier uur een pechvogel te hulp schieten. „Bij Tiel waaide er lading van een vrachtwagen. De wind kreeg vat op de lading. Dan gaat alles vliegen.” Later op de dag verloor een kermiswagen in de omgeving een van de attributen.

Ietwat bezorgd wijst de weginspectuur naar een bedrijfspand in de verte, gelegen in het vlakke land langs de snelweg. „Ik hoop dat ze daar de dakplaten goed onder controle houden.”

Belangrijk is dat de weg na een incident zo snel mogelijk wordt vrijgemaakt, zegt Van Sandijk. „Zodra een vrachtwagen op een weg lading verliest, zetten we zo nodig de weg af, binden we losslingerende delen vast of snijden we stukken zeil af. Daarna proberen we de weg zo snel mogelijk vrij te krijgen. Het verkeer moet door blijven rollen.” Hij gebaart naar de onophoudelijke verkeersstroom. „Automobilisten zijn onze klanten. Die moeten we het zo veel mogelijk naar de zin maken.”

Om zo goed mogelijk zicht te houden op de situatie op de weg, is zijn auto voorzien van de nodige communicatie-apparatuur. In zijn wagen beroert Van Sandijk een toetsenbord, waarna op een beeldscherm op het dashboard de buienradar verschijnt. „Zo houden we de buien een beetje bij.”

Bij storm moet Van Sandijk zichzelf ook goed in de gaten houden. „Op sommige open plekken houd ik me vast aan mijn auto. Ik moet natuurlijk niet zelf de snelweg opwaaien.”

Extreme weersomstandheden kan de Rijkswaterstaat-man wel waarderen. „Juist op zulke momenten zijn wij ervoor om mensen in problemen te helpen. Het is dan een uitdaging om alles onder controle te houden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer