Balsem
„Zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.”
Mattheüs 5:6Zonder dat de Heere hem de ogen opent, zal de zondaar gerust gaan liggen in zijn kwaad, ongevoelig en zonder aan genezing te denken. Ja, hij zal zich nog wel met hoog gevoelige gedachten vleien. Zo zal de zonde oorzaak nemen door het gebod en alle begeerlijkheden in ons werken (Romeinen 7:11). Het zal zijn als een voorttelende kanker en zich hoe langer hoe meer verspreiden.
Dit gaat de Heere echter tegen als Hij de mens door het gezicht en het gevoel van zijn zonden gelijk als met smart doorsteekt. Daarom, beschouw Hem eens als een geneesmeester bij de eerste zondaren en u zult Hem zien met een scherp mes om in de wond te snijden. Met hoeveel ontzag tast Hij de wond aan wanneer Hij met woorden die het geweten doen bloeden, vraagt: Wat is dit wat u gedaan hebt? Die vraag beantwoordde Hij Zelf met de vervloeking uit Genesis 3:13.
Maar gelijk dit noodzakelijk is, is het toch niet voldoende. Er moet een krachtig vervolg op zijn van toepassing van geneesmiddelen. Bij geen vervolg zal het de ellendige zondaar door wanhoop radeloos maken. Want als onze zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe zouden wij dan leven (Ezechiël 33:10)? Wanneer de Heere de wond heeft geopend, komt Hij terstond met balsem uit Gilead en opent de schatkist Jezus Christus!
Matthaeus Jorna,predikant te Makkum
(”Klare spiegel der zaligen en rampzaligen”, 1686)