Reizende ster: Dirigent Peter Dijkstra
Talenten zijn er genoeg. Tijdens een concours voor jong muzikaal talent kan het je duizelen van de fenomenale prestaties die geleverd worden. Maar wat hoor je later nog van die kinderen? Weinig of niets. Zelfs niet van de eersteprijswinnaar. Behalve die ene uit duizenden die het wel redt en een heuse carrière opbouwt. Zoals Peter Dijkstra.
Als jongenssopraan genoot Peter Dijkstra (1978) al landelijke bekendheid. Hij was sinds zijn zevende lid van het Roder Jongenskoor en werd daar al gauw een veelgevraagd solist. Zo zong hij bij de Nederlandse Operastichting de rol van een van de drie ”Knaben” en ook de beruchte partij van de koningin van de nacht. Maar ook nam hij onder leiding van onder anderen Gustav Leonhardt sopraanpartijen uit Bachcantates voor zijn rekening. Als je dat als kind al kunt, moet je behalve over een mooie stem toch ook over een enorme muzikaal talent beschikken.Zijn jeugdige prestaties zijn overigens op cd te beluisteren, en daaruit blijkt dat Dijkstra al vroeg met het klassieke repertoire in zijn volle breedte kennismaakte. Liederen van Purcell, Schubert en Poulenc, tot en met Loyd Webber: hij draaide er zijn hand niet voor om.
Over een goede begeleiding tijdens zijn studie heeft Dijkstra nooit te klagen gehad. Zingen leerde hij van zijn vader, Bouwe Dijkstra, die jarenlang dirigent was van het Roder Jongenskoor, en later aan de conservatoria in Den Haag, Keulen en Stockholm. Daar kwam ook het hoofdvak koor- en orkestdirectie bij.
Bij zijn eindexamen kreeg hij het predicaat ”summa cum laude met onderscheiding” toegevoegd, en dat betekent over het algemeen een zonnig vooruitzicht op een carrière. Verschillende masterclasses, bij onder anderen Eric Ericsson, dirigent van het beroemde Zweeds Kamerkoor, vormden de finishing touch van Dijkstra’s studie.
Al spoedig stond hij bij de bassen van het Nederlands Kamerkoor en had hij zijn eigen vocaal ensemble, The Gents, bestaande uit louter mannenstemmen.
Netwerk
Hoe belangrijk is de opbouw van een goed netwerk! Via het Nederlands Kamerkoor legde Peter Dijkstra contacten met vooraanstaande dirigenten als Paul van Nevel, Tonu Kaljuste en Eric Ericson. Dankzij het winnen van een beurs en verschillende prijzen werd hij gevraagd om in het buitenland te dirigeren. Een programma met het Collegium Vocale Gent werd onlangs op televisie uitgezonden en daar was te zien hoe Dijkstra’s muzikale benadering is: veel aandacht voor de grote lijn en gevoel voor detail. Met zijn lange gestalte en dito armen maakt hij expressieve gebaren zonder daarbij in overdrijving te vervallen.
Behalve een aantal gastdirecties in binnen- en buitenland haalde Peter Dijkstra ook enkele vaste aanstellingen binnen. In september 2005 kreeg hij een benoeming als artistiek leider van het Chor des Bayerischen Rundfunks in München en twee jaar later werd hij chef-dirigent van het Zweeds Radiokoor.
In München werkte hij samen met dirigenten als Mariss Jansons, Nicolaus Harnoncourt en Riccardo Muti. Ook dirigeerde hij het orkest van de Bayerische Rundfunk. Andere orkesten in Duitsland maken eveneens graag gebruik van zijn diensten. Ook in Japan hebben ze Dijkstra inmiddels ontdekt. Volgend seizoen hoopt hij daar voor het Japan Philharmonic Orchestra te staan.
Uit de cd’s die hij maakte bij Channel Classics valt zo ongeveer af te leiden welk repertoire bij Dijkstra favoriet is. Recent kwam een cd uit met de zes motetten van Bach, gezongen door het Nederlands Kamerkoor onder zijn leiding. Eerder legde hij met The Gents Engelse koormuziek vast op cd. Om zijn veelzijdigheid te demonstreren verscheen onder de titel ”Lux Aeterna” een cd met 20e-eeuwse koormuziek van Duruflé, Messiaen en Poulenc. Aan deze opname werkte nog een rijzende ster mee: de sopraan Christiane Stotijn. De kritieken putten zich uit in superlatieven aangaande muzikaliteit, zuiverheid en afwerking.
Akelig koud
Zoals het er nu voorstaat, zullen we van Peter Dijkstra nog veel horen. Als hij een doorzettingsvermogen heeft à la Jaap van Zweden, kan hij het heel ver brengen. Want met talent en een uitgekiend netwerk alleen kom je er niet. In de muziekwereld overleven alleen de zeer sterken. Anderen komen een eind, maar blijven steken, om daarna langzaam weg te glijden. Later zegt men over zulke voormalige talenten: „Hé, nu je het zegt, wie was dat ook alweer? Hoe is het tegenwoordig met hem of haar?”
Wat zei ook alweer die beroemde solist: „Aan de top word je door niemand gebracht, die moet je uiteindelijk helemaal alleen bereiken. En daarboven is het meestal akelig koud. Je staat voortdurend op de tocht.”