Het was de 127e keer dat de tocht plaatsvond. Behalve de processie was er een speciale viering voor jongeren in de Mozes en Aäronkerk aan het Waterlooplein in Amsterdam. Daaraan namen 350 jongeren deel.Met de Stille Omgang herdenken rooms-katholieken jaarlijks het ”mirakel van Amsterdam” in 1345. In dat jaar braakte volgens de overlevering een zieke man in een woning aan de Kalverstraat een hostie uit. Toen zijn braaksel in de haard werd geworpen, zou de hostie boven het vuur zijn blijven zweven zonder te verbranden. Daarop werd deze in processie naar de huidige Oude Kerk gebracht.

Nadat Amsterdam in 1578 in protestantse handen was overgegaan, werden rooms-katholieke processies verboden. In de negentiende eeuw werd de oude mirakelprocessie nieuw leven ingeblazen met een eigentijdse herdenking.

Bisschop Punt van Haarlem ging de pelgrims in de tocht voor. Daarnaast liep ook bisschop Van Luyn van Rotterdam mee. Meerdere groepen van deelnemers ondernamen te voet of per fiets de tocht naar Amsterdam. Vanuit het zuiden van Nederland en vanuit Rotterdam en Den Haag kwamen jongeren met bussen naar Amsterdam om de tocht bij te wonen.