Staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken zei dit donderdag in de Tweede Kamer. Die maakt zich ongerust over het grote aantal „werkende armen.” Volgens de Armoedemonitor 2007 gaat het om 175.000 mensen. Het betreft in meerderheid ondernemers.Aboutaleb wil graag iets doen voor deze groep, maar wees erop dat een kwijtscheldingsregeling van lokale belastingen fraudegevoelig is. „Voor ondernemers is het eenvoudig om hun inkomen boekhoudkundig naar het minimum terug te brengen.” Ook onderstreepte de staatssecretaris dat het nemen van risico’s inherent is aan het ondernemerschap. „Als het mislukt, moet je dat risico niet op de collectiviteit afwentelen.”

Aboutaleb zei verder dat ondernemers nauwelijks gebruikmaken van de mogelijkheden die de bijstand voor zelfstandigen biedt. In overleg met werkgeversorganisatie MKB-Nederland gaat hij proberen daar iets aan te doen.

De staatssecretaris herinnerde er ook aan dat gemeenten volgend jaar meer mogelijkheden krijgen om extraatjes te geven aan langdurig armen. Ze kunnen dan een toeslag die nu alleen geldt voor langdurig bijstandsontvangers ook beschikbaar stellen voor mensen met een kleine baan die al jaren op het sociale minimum leven.

De PvdA-bewindsman kwam tijdens het overleg hard in botsing met SP-Kamerlid Karabulut. Die beschuldigde het kabinet van gebrek aan ambitie bij de bestrijding van armoede, terwijl wel de ministerssalarissen omhooggaan. Aboutaleb noemde dit verwijt „geen zindelijke manier om de discussie te voeren.” „Bij het sociaal minimum in Nederland hoeft niemand honger te lijden.”