Dat bleek donderdag tijdens overleg tussen de staatssecretaris en de Kamer. De klanten zitten vaak niet te wachten op de alfahulpen, een soort freelancer die ze zelf in dienst moeten nemen. Zij krijgen liever huishoudelijke hulp van een medewerker van een thuiszorginstelling. Maar die zeggen door de lage tarieven gedwongen te zijn de goedkope alfahulp in te zetten.Daarom zou er een minimumtarief moeten komen om te voorkomen dat aanbieders van thuiszorg elkaar met bodemprijzen uit de markt gaan prijzen om de opdrachten van de gemeenten binnen te slepen. Deze zijn sinds vorig jaar verantwoordelijk voor de huishoudelijke hulp en laten deze uitvoeren door thuiszorginstellingen.

Bussemaker voelt niets voor een basistarief omdat dit niet garandeert dat de zorg van goede kwaliteit is en het personeel goed betaald wordt. De regeringspartijen steunen de staatssecretaris hierin, maar PvdA’er Wolbert beklemtoonde dat niet beknibbeld mag worden op de arbeidsvoorwaarden als de instellingen straks niet meer hun toevlucht mogen nemen tot de goedkope alfahulp zonder dat de klant daarom gevraagd heeft.

Bussemaker erkende dat haar ingreep geld kost, maar ze wil de gemeenten niet zomaar een groter budget geven voor de thuiszorg. Door de lage prijzen houden ze over 2007 al 200 miljoen over van de 1,1 miljard die de gemeenten ervoor beschikbaar hadden.

Volgens de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad zou de ingreep van Bussemaker helemaal niet nodig hoeven te zijn als gemeenten serieus werk maken van hun plicht om de klanten de zorg te bieden die ze vragen. Daarom werkt de CG-Raad met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan modelverordening die gemeenten kunnen gebruiken om zorg op maat te leveren. Nu is de zorg nog te veel toegesneden op wat de gemeente te bieden heeft.