De Tweede Kamer debatteert vandaag over de Turkse dienstplicht en over de vraag in hoeverre die een probleem kan vormen voor Turkse Nederlanders. Minister Hirsch Ballin van Justitie ziet geen onoverkomelijke problemen, zo blijkt uit een brief die hij maandag aan de Kamer heeft gestuurd.Turkse mannen zijn verplicht om in hun vaderland de dienstplicht te vervullen, ook als ze buiten Turkije wonen of nog een andere nationaliteit hebben. De dienstplicht vervalt als iemand buiten Turkije woont en daar al in het leger gaat.

Nederland heeft geen opkomstplicht. Turkse Nederlanders hebben de keuze tussen óf vijftien maanden dienen in Turkije óf een basisopleiding volgen van drie weken en de rest afkopen. Ze zijn strafbaar als ze voor hun 45e geen van beide hebben gedaan. Een reis naar Turkije zou dan kunnen uitlopen op strafvervolging.

Hirsch Ballin wijst in zijn brief op de mogelijkheid voor Turkse Nederlanders om hun dienstplicht grotendeels af te kopen. Ook kunnen betrokkenen het Turkse leger ontlopen door afstand te doen van hun Turkse nationaliteit.

De regering vraagt aan Turkse mensen die Nederlander willen worden om hun oude nationaliteit af te leggen. Volgens Hirsch Ballin heeft sinds 2002 nooit iemand een beroep hoeven doen op de bepaling dat eerst de dienstplicht in Turkije moet worden vervuld of afgekocht, voordat afstand kan worden gedaan van de Turkse nationaliteit. Hij concludeert daaruit dat de bestaande diensplicht in Turkije nauwelijks of geen problemen oplevert.

De bewindsman stelt dat gemiddeld een op de drie Turken die Nederlander wil worden, zijn oude nationaliteit aflegt. De anderen doen een beroep op uitzonderingsbepalingen zodat ze twee paspoorten kunnen houden.

Hirsch Ballin baseert zich op cijfers van de laatste vijf jaar. In 2002 werden nog 3153 meerderjarige Turken genaturaliseerd, daarvan deden 937 afstand van hun oorspronkelijke nationaliteit. Vorig jaar kregen 1021 Turken een Nederlands paspoort, 254 van hen stonden hun Turkse nationaliteit af.