Binnenland

Identiteit CLK herkenbaar

Christelijke uitgevers en boekhandelaren moeten trots en zuinig zijn op hun identiteit. Dat was de boodschap van prof. dr. A. C. Zijderveld tijdens het CLK-symposium ”Tussen profeet en profijt”, maandag in Ede. Opmerkelijk: diverse aanwezigen plaatsten forse kanttekeningen bij het onderzoek naar de christelijke boekenmarkt, dat aansluitend werd gepresenteerd.

Enny de Bruijn
8 October 2002 09:56Gewijzigd op 13 November 2020 23:51

Voor een gezelschap van ongeveer zeventig mensen uit het christelijke boekenvak -beetje weinig, gezien de 230 boekhandels en zestig uitgeverijen die lid zijn van het Christelijk Lektuur Kontakt- hield de Rotterdamse socioloog Zijderveld een vurig pleidooi voor identiteit en traditie. „Als je identiteit onduidelijk is, vliegen je emoties alle kanten op. Identiteit geeft structuur en richting aan je denken, voelen en doen. Dat zorgt voor een besef van eigenwaarde. Iedere verzuilde organisatie moet zich dan ook afvragen: Wat betekent onze identiteit vandaag nog?”

Voorzichtig omgaan met de bestaande cultuur en traditie dus, maar tegelijkertijd ervoor zorgen dat die traditie levendig blijft. De tijd stilzetten is geen oplossing: „Terug naar de jaren vijftig kan niet. Dat zou ik u als socioloog afraden. In de jaren vijftig werden culturen van bovenaf bewaakt, autoritair, maar dat gaat vandaag niet meer. Discussie is nu de manier: het moet vanuit de mensen zelf opkomen, ze moeten persoonlijk overtuigd zijn van de waarde van een bepaalde identiteit.”

Zijdervelds betoog was humoristisch, met prikkelende stellingen, duidelijke voorbeelden en af en toe een anekdote over premier Balkenende - die de hoogleraar goed schijnt te kennen. Tijdens diens promotie bijvoorbeeld kwam Zijderveld in botsing met de cultuur van de Vrije Universiteit. Als een van de opponenten van de toekomstige premier had hij zich formeel in ambtsgewaad gestoken, maar de pedel wees hem fijntjes op zijn bruine schoenen. Of hij daar een volgende keer op wilde letten. „Terwijl ze aan die andere Amsterdamse universiteit, die rooie, gewoon spijkerbroeken dragen onder hun toga.”

Hoe zit dat nu bij de CLK-boekhandelaren en -uitgevers? Worden die ook aan gewaad, gelaat en gepraat herkend? De klant herkent ze in ieder geval als christelijk, maar een profiel schetsen blijkt moeilijker. Tijdens de discussie blijken sommige van de aanwezigen een bijdrage te willen leveren aan de theologische discussie en het culturele leven, anderen willen vooral evangeliseren. De een zegt: „Als bij ons de naam Jezus valt, wordt daar anders mee omgegaan dan in de wereld.” De ander: „Wij willen alleen boeken waarin Heere met drie e’s wordt geschreven.” Het pas verschenen boek van prof. H. M. Kuitert blijkt een ijkpunt. De ene boekverkoper prijst het aan, de ander wil het absoluut niet in zijn winkel hebben.

Dat roept een vraag op: Hoe kan een breed-culturele boekhandelaar met een zwak voor literatuur door één deur met een vakbroeder vol evangelische zendingsdrang? Hoe is het mogelijk dat de uitgevers van het werk van de hoogleraren Kuitert en Den Heyer broederlijk naast een vertegenwoordiger van de Gereformeerde Bijbelstichting zitten? Groter verschil dan tussen de verschillende subculturen binnen de CLK-achterban bestaat niet.

Dat laatste tekent een probleem bij het onderzoek dat het CLK ter gelegenheid van zijn 25-jarig bestaan liet verrichten door studenten van de Christelijke Hogeschool Ede. Boekhandels en uitgeverijen die sterk verschillen qua grootte, doelstelling en algeheel profiel - zijn die wel met elkaar te vergelijken? Appels en peren, bevestigde docent J. Lok. Hij legde uit dat hij dat probleem heeft willen ondervangen door met vier verschillende vragenlijsten te werken, voor respectievelijk grote en kleine uitgevers en boekhandels.

Op grond daarvan presenteerde hij een aantal bevindingen: Het gaat goed met de christelijke boekhandel. Christelijke fictie is een groeimarkt. Onder de klanten zijn tweemaal zo veel vrouwen als mannen. Van het publiek komt 60 procent doelgericht naar de winkel. En de meeste klanten kijken er helemaal niet naar of ze nu een reformatorische, evangelische of algemeen-christelijke boekhandel binnenstappen. Dat laatste kan vertegenwoordiger J. Haalboom van de Gereformeerde Bijbelstichting bevestigen: hij bezoekt steeds meer evangelische boekwinkels.

E. Klunder, hoofd marketing bij uitgeverij Kok, plaatste kanttekeningen bij het onderzoek. „Het kán niet juist zijn dat uitgeverijen weinig verdienen met christelijke fictie, zoals in het verslag staat. En ik geloof niet dat er geen verband is tussen omzet en promotieactiviteiten.” Aanbevelingen deed hij ook: „Het zou goed zijn om dit onderzoek af te zetten tegen macrotrends: secularisatie, afname van leesgedrag, groei van allochtone bevolkingsgroepen.”

Forse kritiek op het onderzoek sprak uit de bijdrage van onderzoeker W. A. Langendonk van de Nederlandse Boekverkopersbond. „Ik voer een pleidooi voor een professionele kijk op cijfers binnen uw branche. De enige manier waarop je dergelijk onderzoek kunt doen, is op basis van jaarstukken. Dat laatste is nu niet gebeurd. Misschien kunnen wij u wat instrumenten aanreiken om helder te krijgen wat omzet is, of wat brutowinst is. Op basis daarvan kunt u een analyse maken van uw bedrijf, en van daaruit kunt u dan de markt in kaart gaan brengen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer