Dat heeft minister van Gezondheid Aroetioen Koesjkian zondag bekendgemaakt. Naar aanleiding van de ongeregeldheden werd de noodtoestand uitgeroepen.De protesten die na de verkiezingen van 19 februari uitbraken liepen zaterdag uit de hand toen de politie twee grote demonstraties met traangas en waarschuwingsschoten begon op te breken. Volgens de autoriteiten werd er ook geschoten door demonstranten. Een functionaris van de ordetroepen zei dat de doden, onder wie zeven burgers, vielen bij een schietpartij tussen de politie en betogers.

De betogers zijn aanhangers van oppositiekandidaat en oud-president Levon Ter-Petrosian, die de verkiezingen verloor van premier Serge Sarkisian. Ter Petrosian mocht zijn huis zaterdag niet verlaten. Hij nam zaterdagnacht een verklaring op, waarin hij zijn aanhangers opriep naar huis te gaan.

Gisteren patrouilleerden honderden gewapende oproeragenten in het centrum van de hoofdstad Jerevan. Zij waarschuwden bewoners geen groepen te vormen, omdat dat verboden is op grond van de noodtoestand die president Robert Kotsjarian zaterdag voor twintig dagen afkondigde. Een deel van het gebied waar zich het geweld had afgespeeld was voor verkeer afgesloten. In veel straten stonden uitgebrande auto’s, waren winkelruiten stukgeslagen en kiosken geplunderd.

De oppositie betwist de uitslag van de presidentsverkiezingen van vorige maand, omdat die frauduleus zouden zijn verlopen. De autoriteiten zeggen dat premier Serge Sarkisian de terechte winnaar is. Oppositiekandidaat Levon Ter-Petrosian, een oud-president van Armenië, vroeg het constitutioneel hof vrijdag de verkiezingsuitslag nietig te verklaren. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bekritiseerde de verkiezingen op sommige punten, maar zei ook dat ze over het algemeen eerlijk zijn verlopen. Agenten verhinderden zaterdag dat Ter-Petrosian zijn huis uit kon, maar hij is niet formeel onder huisarrest geplaatst.