In een doorsneechurchplantingsproject zijn wat Visser betreft vijf fasen te onderscheiden: die van conceptie, geboorte, kind, tiener en ouder. „Van conceptie is sprake als er bij een of enkele personen een visie ontstaat, een plan. Het belangrijkste in deze fase is dat in gebed een basis wordt gelegd.”De geboortefase breekt aan als mensen het werkveld betreden, als ze beginnen met het leggen van relaties binnen de doelgroep. „Het komt erop aan dat je mensen die je bereikt ook echt opvangt, dat je geestelijke kraamzorg biedt, anders ben je ze zo weer kwijt. Bereid mensen voor op de doop, op de consequenties van het leven met Jezus.”

Kenmerk van de kindfase is dat de bereikte mensen een plek hebben gevonden in een huisgroep of zondagse samenkomst. Het is van groot belang hun te leren discipelen van Jezus te zijn, die op hun beurt ook weer anderen tot discipelen kunnen vormen. „Een fout die in deze fase snel gemaakt wordt, is om je minder op evangelisatie te richten. Dan loop je het gevaar een nieuwe club te worden van mensen die het zo fijn hebben met elkaar.”

De gemeente wordt een tiener als ze eraan toe is nieuwe leiders te kiezen, een kerkenraad te vormen en aan leiderschapsontwikkeling te doen. Dit is de tijd van rijping. De keuzes die in deze periode worden gemaakt, bepalen hoe de toekomst eruit zal zien.

„Is de tiener volgroeid, dan wordt het tijd om aan trouwen te denken. Elke kerk in Nederland zou erover na moeten denken of ze dochtergemeenten wil planten. Binnen het ICP-netwerk hebben we nog geen gemeenten die in dit stadium zitten. Wij mogen het eerste zware werk doen, maar straks zijn ze er wel: die vader- en moeder-, die opa- en omagemeenten. Ik wil graag tijdens mijn leven meemaken dat niet alleen de mensen die ik tot Jezus heb mogen leiden, maar ook de kerken die gesticht zijn weer andere kerken voortbrengen.”

In de workshop ”Bevrijdingspastoraat” vertelde Arnoud van Asperen (leider van het bevrijdingsteam in de ICF-gemeente te Rotterdam) over de demonische belasting en over hoe daarmee om te gaan. „Zonde, bijvoorbeeld moord of overspel, brengt geestelijke verontreiniging teweeg die vrijheid en intimiteit met God in de weg staan. In het oude verbond had dit de dood tot gevolg. Je moest sterven. Een van de zegeningen van het nieuwe verbond is dat deze verontreiniging mag worden opgeruimd.”

Geestelijke verontreiniging kan ook het gevolg zijn van zonden in het voorgeslacht of van anderen, van occulte en seksuele zonden of van vervloekingen. „Als ik één keer per week tegen mijn zoontje van negen zeg: „Jij kunt het niet”, dan is hij over een paar jaar gebroken in zijn innerlijk. Dan gaan mijn woorden als vloek fungeren. Het is bizar welke dingen soms over mensen zijn uitgesproken.”

Voor het verlenen van bevrijdingspastoraat is het volgens Van Asperen allereerst van belang dat je relatie met God gezond is. „Leer je op God af te stemmen, zodat Hij je door Zijn Heilige Geest inzicht kan geven in de geestelijke achtergronden van bepaalde situaties.”

Andere workshops waren ”Hoe organiseer je een (vrijwilligers)organisatie?” (Bart Sanders), ”Multicultureel gemeente-zijn, Bijbels en praktisch bezien” (Bram Dingemanse), ”Kinderwerk” (Nadine Kettelarij), ”Hoe vorm ik doelgroepers tot discipelen?” (Jurjen ten Brinke), ”Hoe krijg ik mensen de gemeente binnen?” (Theo Visser) en ”Gemeentestichting en fondsenwerving” (Martin de Jong).

De toerustingsdag trok ongeveer 120 belangstellenden. Het ICP-netwerk telt momenteel tien projecten, in Rotterdam (ICF en ”Geloven in Spangen”), Amsterdam (Hoop voor Noord en ”Hart van Osdorp”), Den Haag, Utrecht, Amersfoort, Apeldoorn, Enschede, Maastricht en Haarlem.